maandag, april 24, 2006

Poëzie voor een lezer

Ik ga er prat op zo'n weblog te zijn waarop u niet elke dag hetzelfde dag kunt lezen, zodat ik voortdurend ontsnap aan definities.

Zo kunt u hier maatschappelijke observaties, film- en boekrecensies, muzieklijstjes, poëzie, persoonlijke beslommeringen, reflecties over kunst, gal en occasioneel tedere verklaringen lezen.

Zoiets als je lezers met rotte vis op het gezicht slaan, om dan rozeblaadjes rond te dwarrelen.
En dan, vooraleer ze tijd hebben om te bekomen, kotsen op de scéne en oprecht vragen:
'Smaakt het?'. En ondertussen is de smurrie weeral in haute cuisine veranderd. Zoiets.

Enfin, dat betracht ik toch.

Als ik het zelf nalees, dan is het vaak barslecht -en onderga ik de persoonlijke schande om ooit zo'n rot ei te hebben gelegd-. Bij zeldzame uitzondering waan ik mij als Anthierens, mijn rolmodel, die als een bevrijde redenaar en visionair fulmineerde, opgejaagd door zijn eigen demonen die hem uitscholden voor huichelaar mocht hij anders hebben gehandeld.

Niet als zo'n entertainer, lekker in een hondehok gestopt, die u op tijd en stond van het verwachte kunstje voorziet: 'Geef eens een pootje.' Ik ben de man die het prachtig zou vinden mocht die hond op zo'n commando zijn baasje van een straal zeik voorzien.

Stel je voor: je hebt zin in een hapje en gaat naar restaurant x vanuit de verwachting dat de kreeft fijnzinnig is klaargemaakt en de garçon snauwt u meteen toe: 'Fuck You, vandaag zijn het spruiten en je kunt je miezerige fooi in je hol steken.' En in plaats van de verwachte muzak in de lift, krijgt de bediende het in zijn hoofd om hard core metal -een genre die ik zelf niet kan appreciëren- op 10 te draaien.

Maar toch, ewel, voor zo'n garçon en zo'n bediende zou ik applaus geven.

Niets is erger dan gekunsteld gedwee gedrag: ik verwacht dat de vijand van voren komt en dat we op elkaars gezicht timmeren, niet elkaar de dolk in de rug steken.

En om alweer meteen terug aan de definiëring te ontsnappen, als ware ik enkel een cynicus, dit is van eigen hand voor een lezer:


Geschenk

Een doosje zou ik willen zijn
Jij die zachtjes de verpakking afscheurt
Mij openvouwt en vind wat je wou als cadeau
En ik vind mijzelf in je hand

En als de twijfel komt
Dan knijp je even
En ik fluister ‘alles zal wel in orde komen’
Tot je terug lacht

Zo’n grote en stoere jongen zou ik zijn
Voor jou vechten met draken en zo
Dan dep jij mijn wonden
En je fluistert op jouw beurt
'Alles zal wel in orde komen’
___

Voila, lieve lezer, haal mij neer: de borst vooruit en de dolk is binnen handbereik.