maandag, november 15, 2010

De gastschrijvers (deel 3)

Zaterdagnacht.

Net als elke zaterdagnacht stap ik in deze plaats,
verscholen van elk daglicht binnen.

Hier gelden bevreemdende sociale conventies,
misschien zelfs verwerpelijk,
voor de doorsnee burger.

Maar hier zag ik frontaal het lemmet van het mes.

Hier verenigde zich wie aan de zelfkant van de samenleving leefde.
Groeiend in cijfers maar verdeeld.

A-Politiek.
En wars van elke romantiek.


Ik zit over X.

Hij zal een macho houding tentoon spreiden,
wanneer hij met niets ‘all-in’ schreeuwt.

En zijn volledige stapel
pokerchips naar het midden schuift.
Ik kende zijn modus operandi tot in het kleinste detail.

Zijn theatraal gesynchroniseerde lichaamstaal,
wanneer hij die frase uitsprak met een stem,
net iets te nadrukkelijk.

Het timbre als hij de klemtoon
op de ‘ALL’ legde.

Zijn spreekwoordelijke fluim,
richting Pascal en Fermat.

Het ‘bully’ gedrag wat hij herhaalde omdat het doorgaans succesvol bleek.
Niet op de percentages maar op de illusie ervan.

Meestal voldoende om de andere spelers
af te schrikken met de macht van de stapel.

Ik zit tegenover X.
Ik stel hem dezelfde vraag.

Comme ‘d habitude en als in een déjà-vu:
‘Ben jij wél zeker?’

Hij zal daarop eenzelfde theatrale ‘JA’ schreeuwen.
Onwillig om gedragspatronen te herkennen.

In de nadrukkelijke ‘JA’ een waas van ‘NEE’.

In het voorbarige overwinningsteken,
net voor de streep,
een zucht met dédain,
voor de achtervolger.

De glunderende ogen bij de andere spelers.
Het verlangen naar rechtvaardigheid
versus de barbaar Goliath.

Ik kon hier uren op wachten.
Op dit schijnbaar mythische duel van een episch gehalte.

Ogen van de omstaanders,
brandend op ‘the showdown’.

Ik vraag X nogmaals:
‘Ben je wel zeker?’

De impertinentie van die herhaalde vraag,
als een smet op het klaroen.

De trillende mondhoek.

V
oldoende om zijn bluf te zien.
Voluit op niets méér dan lucht.

De omstanders als een volkstribunaal op Assisen.
Met groots verlangen om iets of iemand op de brandstapel te gooien.
Volgend in de woede van volksmenner par excellence Vermassen.
Het beangstigende van een joelende mensenmassa.

Ik vraag X nogmaals: ‘Ben je dat wel heel zeker?’

Voldoende om na uren ‘ALL-IN’ te gaan.

En passant de uithaal van zijn vuist te ontwijken.

Naar huis te gaan,
een pseudo gevoel van rechtvaardigheid,
onhaalbaar in de aanschijn van het ochtendgloren.

De reden waarom deze plaats bestaat.