donderdag, april 10, 2008

DJ John Solitude, Live at SOAG, OUTRO Mix

"I'll tell you once more
before I get of the floor
DON'T BRING ME DOWN!"

Electric Light Orchestra

De muziekcollage vlamde er door aan een razende rotvaart. Transpirerende lichamen, samengeklit tot één pulserend orgaan.

Ik was als dj. enkel nog flitsende neurotransmitoren
waarin de ene noot intuïtief de andere mixassociatie teweeg bracht. Een playlist die vijf decennia muziek overspande.


Twee handen tekort om alle muziekdragers te mengen,
zoals ze zich aandienden in “The great gig in the sky.”

Alles werd één in perfecte synchroniciteit.

Een vriend zei mij ooit:
“Walking on the edge of a razor is dangerous,
but the view is so great.”

De organisatoren waren tevreden, want de drank vloeide rijkelijk;
de bezoekers waren tevreden, want ze dansten zich een breuk;
en in ditzelfde uitgelaten universum vroeg een mens zich af,
hoeveel keer hij dit nummertje nog kon opvoeren.

Zonder het nog met bezieling te doen.
Zonder het nog met een boodschap te doen.
Zonder het überhaupt nog te doen.

Just take the money and run.

Ik werkte mij in het zweet des aanschijn naar een majestueuze finale:
om het dak met een crescendo mix er compleet af te halen.

“Don’t bring me down” van Electric Light Orchestra,

met die waanzinnige extatische groove van “Gebrunn Gebrunn" van Alexander Kowalski.

Een kwestie van de schuivers op het mengpaneel met lichtsnelheid te bedienen.
Een mix om intuïtief te doen, als in het verlengde van je onderbewuste.
Er over nadenken hoe het te doen, zou te veel tijd kosten.

De lichtman stak de stroboscoop op,

blaasde een gigantische rookwolk
en lichtte de dimmers achter de discobar op,
zoals ik hem had gevraagd.

Ik zag hen niet en zij mij niet en het was ok zo.
Want onder de dj. act schuilde in wezen een verlegen kerel.


Alles nog slechts één witte wolk.

Maar ik hoorde ze:
klappend, stampend, kokend, overlopend,
in unisono op de vierkwartbeat “HEY” roepend.

Ik liet met pathos de finale mix,
over hen donderen als een stoomtrein.

Een echte "crowdpleaser",
een echte “entertainer”.

Beluister de live opname door HIER te klikken.

En toen het ganse kot op-en-neer daverde,
stapte de organisator op mij af:

“Miljaarde. Jij weet verdomme echt wel hoe een publiek te bespelen.”
Onze omzet is gestegen: we vragen jou zeker nog eens terug.”


“Ok, waar is de exit? Ik wil hier zo snel mogelijk buiten.
Oh, en nog iets: steek je omzet waar hij thuishoort.”

Het was een heerlijk gevoel om een sigaret op te steken,
de ganse boel te laten verrekken,
naar een lichtend puntje te staren,

en mij te laten opzwelgen door zoveel nacht.

zondag, april 06, 2008

DJ John Solitude, Live at SOAG

"Well, you didn't wake up this morning,
because you didn't go to bed.

You were watching the whites of your eyes turn red.
The calendar on your wall is ticking the days off.

You've been reading some old letters.
You smile and think how much you've changed.
All the money in the world couldn't buy back those days."


The The - This Is The Day (that things fall into place)


- “Komaan Eisbär, doe het nog een keer.
Make them go wild, like you used to.”


- “Ik ben het zo spuugzat, dat dj-gedoe.
Ik heb verre van zin om hier de boel te animeren.”


- “Ze houden ervan om op je tunes te dansen, man. Vroeger moesten we je zelfs vragen om het
wat kalmer aan te doen, want ze braken hier de boel af. What happened to you?”


- “No comment. COMPRENDO?”

- “Ok, I see, ‘t gaat over L. zeker?
Fuck that *****, let the music speak man. Give us the vibe.”

- “Yeah, well… it will be a sad one. “

- “The stage is yours. Fill the floor.”

- “Fuck, ok then…, start de intro en druk op de record knop.”


Ik grabbelde in de muziekbakken en zocht naar de meest onmogelijke mixcombinatie.

Als ik aan één iets hekel had, dan was het om muziekgenres in hokjes te duwen en de ene als cultureel superieur t.o.v. de andere te beschouwen. Het was het 1ste kenmerk van (be)nauwde geesten: cultuur proberen te classificeren en graderen als ware het worsten van de beenhouwerij.

Mensen hadden altijd wel iets nodig om zich te positioneren t.o.v. de andere: de muziek die ze beluisterden, de kleren die ze droegen, de taal die ze hanteerden, de boeken, de tijdschriften die ze al dan niet lazen, …

Op mijn hoogtepunt mixte ik feilloos de tune van de Efteling Elfjes met hardcore gabber muziek,
Louis Prima and his big band op acid house, Johnny Cash op industriële muziek en ik draaide er zelfs mijn hand niet voor om, om Wagner op funk te zetten.

Een creatieve geest liet zich nooit in hokjes duwen.
Je verraste, verwonderde en shockte je publiek door de meest eclectische combinaties ‘on the spot’ te verzinnen.

Als dj. kreeg je van de uitbater toch maar één ding te horen:

- "as ’t maar ambiance is”
- "as ze zich maar amuseren”
- ”zolang er maar wordt gedronken”
(want als ze dansten dan dronken ze meer en vice versa)…

Maar… toegegeven, er kon weinig tippen aan dat gevoel wanneer je het publiek als een magneet naar de dansvloer trok, je ze als één zee zag bewegen, voortgestuwd door muziekgolven.

- “COME ON JOHN, you can do it. Make them go apeshit.”

Ik draaide het volume open, startte “Wake up” van Laurent Garnier op, de lichtman gooide mijn intro erin en synchroniseerde op het gehoor de beat met “This is the day” van The The.

- “That’s what I’m talking about. You haven't lost the feeling.", zei de man.

- “Yeah, well, dat is hoe ik mij voel. De lyrics kun je cynisch interpreteren.”

Mijn ex-publiek schuifelde meteen in een vlaag van herkenning de dansvloer op. De rest volgde.

- “Komaan Eisbär, give it to them. You’re still the man."

Ik pompte de beat op, tot alles samensmolt tot één extatisch-weemoedig harmonisch geheel.
Rock, gemengd met folklore elementen versus deep house.

Beluister de intro van de dj-set door HIER te klikken.

En ik zag vanop een veilige afstand, hoe de mensen zich amuseerden en dansten en dronken
en ik voelde mij als in Peggy Lee’s “Is that all there is?”:


“If that's all there is my friends,
then let's keep dancing.
Let's break out the booze, and have a ball.
If that's all there is.”



Een dj is niet anders dan een clown,
met een opgeschilderde glimlach en een echte traan.