donderdag, augustus 16, 2007

"To Infinity AND Beyond" - Buzz Lightyear in Toy Story

'- Where we going, man?
- I don't know, but we got to go.'

uit 'On the road' van Jack Kerouac

Het universum vergastte ons bij wijlen op een samenloop van omstandigheden, waarbij zelfs de rationele mens knipperoogde.


07u30 p.m.

Een organisator van studentenfuiven, mij niet onbekend, belt mij op.
Of ik niet “om één uur voor een paar uur kan draaien?”
De voorziene dj kon niet van de verboden vruchten afblijven en is spoorloos verdwenen.

Dergelijke verhalen noopten mij niet langer tot een verraste reactie.

Een déjà vu zet in.

In deze tijd en dag, kende ik hierop nog slechts één respons:

ik dreef de vraagprijs op.


01u00 a.m.

De zaal is volgelopen met verwende studenten, die de 2de zit op kosten van hun ouders met een feestje inzetten.


Angstzweet breekt mij uit, 'comme 'd habitude' in plaatsen, waar er vooral teveel mensen zijn.

Déjà vu.

Ik denk aan mijn gage, het heeft het effect van een tranquilizer.

Mijn loyale lichtman en chauffeur start de inderhaast opgenomen nieuwe introjingle:

‘Please welcome, someone who will fuck up your mind and will take pleasure by doing so.
Especially if you are a good looking lady, fresh as the blossom of an appletree.
May we introduce to you, a shy fellow, a man with passion, a perverted mind.
Please welcome, DJ John Solitude.’


Terwijl ik de nieuwe introjingle aanhoor, denk ik bij mijzelf:

"Know thyself - and thou shall know all the mysteries of the gods and of the universe."

Wie de route van de zelfexploratie neemt, bedekt best de spiegels.

Gezichten van ex-geliefden doemen op.
Het onvermogen om in hun verlangens te voldoen en vice versa.
Het uitputtende gevecht om territorium,
de mentale uithoudingsstrijd,
de ontkenning,
tot de hoop finaal is geschift.

Déjà vu.

Ik observeer de zaal terwijl de extatische opener op volle p.a.-kracht inzet:
‘Without you’ (John O Callagan remix) van Dogzilla.

Prille twintigermeisjes beginnen te kronkelen in de slangenput. Eén heft haar armen naar het gespante, haar stijl lang haar spat als een rozet over haar glanzende schouders.

De geur van seksualiteit dampt op uit de golvende lijven.

De lichtman drukt op de rookmachine, de massa klit samen tot één witte liquide massa.

Ik garandeer de voortplanting.


04u00 a.m.

De organisator knipoogt naar mij: enkele medewerkers met teveel geld hebben een pokerwedstrijd opgezet met een setje aangekocht in Blokker.

Ze willen persé ‘no limit’ spelen ‘zoals op tv.’
Ze gooien de geldbriefjes op tafels 'zoals op tv.'
Ze dwarrelen de chips over de tafel 'zoals op tv.'


En ze hebben ook nog nooit van Pascal Blaise gehoord.

Of ik niet wil meedoen?


06u00 a.m.

Ik vertrek met een mooie extra bonus bovenop mijn dj-gage.


07u30 a.m.

Zonder slaap richting Nürburgring.


11u30 a.m.
Op de Nürbergring gebeuren tijdens het weekend gemiddeld vijf ongelukken.

En we kwamen van heinde en verre, we schoven er zelfs voor aan.

Sommigen om te kijken, met een zeker onbegrip.
Sommigen kwamen voor de ongelukken, zelfgenoegzaam knikkend.
Sommigen die kwamen omdat er hen niets weerhield.

Maar iedereen was er.

De hefboom opent zich:
de chauffeur schakelt naar boven, op het rechte stuk halen we een vlotte 200 km/u.

Plankgas schuif ik beide autovensters open en maak ik de autogordel los.

Het is politiek incorrect, verkwistend en totaal onverantwoord.

And it also feels great.

De luidsprekers brullen: ‘Sympathy for the devil’ van The Rolling Stones

en ik begrijp.


(onder: tijdens de openingsuren, zicht op de karavaan, net voor de hefboom opent en de stierenstampede begint)




dinsdag, augustus 07, 2007

Zen and the Art of Poker (deel 1)

Poker: it takes a half hour to learn, a lifetime to master.’
– Johnny Chan, tweevoudig wereldkampioen 1987-1988


De winnaar van de W(orld) S(eries) O(f) P(oker) 2007 is Yerry Yang, 39 jaar, vluchteling uit Laos, getrouwd met zes kinderen en nu goed en wel levend en werkend in Californië als psycholoog én maatschappelijk werker.

Met de W.S.O.P.-wereldtitel strijkt Yerry Yang een bedrag op van 8.500.000 $ (ja, u leest het goed).
Tien percent schenkt hij meteen weg aan goede doelen, de andere negentig procent zullen dienen voor een comfortabel leven voor zichzelf, zijn zes kinderen en zijn vrouw die in de 'graveyardshift' werkte én hulp voor zijn minder fortuinelijke landgenoten uit Laos.

Yang schreef hiermee historie: als de 'underdog' die een fervent maar amateur pokerspeler was, die het opnam en haalde tegen een schare van gehaaide beroepsspelers.

Mathematici, psychologen, schrijvers, filosofen, aandelenhandelaars, cowboys en zelfs (uit Nederland) een hoogleraar in de historiek maar ook Jan met de pet en Miet met het vergiet; pokerspelers vind je onder alle rangen en standen van de bevolking.

Met kansspelen heb ik een haat-liefdeverhouding.

Vóór 1999 had ik naast het lottoformulier en het occasionele kansbiljet nog nooit een casino van binnen uit gezien. Dat veranderde toen eind de jaren '90 in België de kansspelhallen oprukten. Casinospelen werden ‘gedemocratiseerd’: voortaan hadden de schaars gedoogde casino’s en de alomtegenwoordige Nationale Loterij niet langer het monopolie, wanneer het op de organisatie van kansspelen aankwam.

Terwijl één speljeton in een casino zo’n 2 € kost, kon de minder kapitaalkrachtige speler in kansspelhallen terecht, waar voor 0.25 € kon worden ingezet.

Twee vrienden, beiden postbode, gingen er voluit voor mét zeer nefaste financiële gevolgen.


Hun routineus leven en onderbetaalde zware fysieke job met weinig sociale status, dat wilden ze zoveel mogelijk vergeten, terwijl ze gaandeweg elk zo’n 5.000 € of meer verloren aan de roulettetafels in kansspelhallen. Gevraagd als ze het géén zonde vonden dat verkwiste en zuurverdiende geld, antwoorden ze steeds iets in de trend van...

ik leef als ik gok.

En dat klopte nog ook… Nooit had ik beiden zo geanimeerd en enthousiast gezien als toen aan die roulettetafels… maar de prijs was navenant voor die kortstondige momenten van euforie, waarop de bal op hun nummer eindigde én er meteen een rondje werd besteld.

Nergens heb ik méér kleurrijke figuren ontmoet dan in het gokmilieu.
Zo was er bvb. de kunstenaar die zijn gokfixatie sublimeerde in zijn schilderijen, er was de ex-docent die nu een alcohol- en gokverslaving combineerde, er was de mathematicus die elke inzet nauwgezet berekende, er was de filosoof met zijn discours, er was de madam met haar slecht huwelijk én geld te veel, er waren de waarzeggers…

Ze hadden fascinerende menselijke verhalen te vertellen; vol tragedie; vol daden van heldendom en menselijk tekort.

Ik begon gokliteratuur te verslinden.

Eén auteur waar er steeds naar werd gerefereerd was Blaise Pascal, samen met Fermat grondlegger van de waarschijnlijkheidsrekening. Pascal leerde mij hoe typische casinospelen als jackpots, roulette, baccarat (kaartspel) en craps (dobbelsteenspel) op lange termijn onvermijdelijk tot verlies voor de speler leiden.

De reden hiervoor is de wiskundig ongelijke verhouding tussen de uitbetaling bij winst van de speler én het risico voor diezelfde speler.


De meest éénvoudige vergelijking om dit duidelijk te maken: als een muntstuk wordt opgegooid dan is er 50 % kans op kop of munt of 1 kans op 2..
Als de speler wedt op kop of munt, dan zou het genomen risico evenredig dienen te worden beloond m.a.w. de speler zijn inzet wordt verdubbeld bij een correct gewedde uitkomst. In dit geval zou het onmogelijk zijn, noch voor de organisator, nog voor de speler om op lange termijn winst of verlies te maken, gezien de statistische verwachting dat het muntstuk, met inachtname van fluctuaties, gemiddeld evenveel op kop of munt zal vallen.

Hier komt de aap uit de mouw: de casino’s verdienen fortuinen door de uitbetaling voor het genomen risico van de speler nét iets kleiner te maken dan het door de speler genomen risico. De speler kan op korte termijn winnen door fluctuaties maar de lange termijn trend zal onvermijdelijk negatief zijn.

Maar volgens de vakliteratuur bestonden er wel degelijk beroepsgokkers…

Het percentage consistente lange termijnwinnaars wordt geschat op minder dan 5 % van alle spelers. Hoe slaagden zij erin om de negatieve verwachting op lange termijn toch te overwinnen: door evengoed gebruik van de waarschijnlijkheidsrekening.

De ingenieur Joseph Jaggers had bvb. in 1873 het Monte Carlo casino zeer zware financiële verliezen toegebracht, door via grote steekproeven van de uitkomsten van een roulettewiel, statistisch te achterhalen dat enkele cijfers van dat specifieke wiel een meer dan gemiddelde verwachte kans hadden om te vallen.

Joseph Jaggers identificeerde wat nu in het gokjargon welbekend is als een ‘bias’: door gebruiksslijtage van het roulettewiel, treden er vaak subtiele imperfecties op waardoor de kansen niet meer perfect gelijk verdeeld zijn. Vergelijk met een muntstuk dat zeer licht verbogen is, waardoor de kansen niet meer 50/50 zijn op kop of munt.

Joseph Jaggers gebruikte hiervoor een combinatie van binominale waarschijnlijkheidsrekening, standaard deviatieberekening en de Chi Square test.

Toen de ingenieur, na het nemen van een zeer geduldige steekproef, aan de slag ging met een bescheiden inzet op steeds dezelfde cijfers én hiermee winst begon te boeken, dachten de uitbaters van het casino eerst aan een ‘lucky streak’ (een speler wint door de geluksfactor méér dan gemiddeld gedurende een korte tijd). Maar toen de ‘streak’ bleef aanhouden én de ingenieur op de sympathie van het publiek kon rekenen, aarzelden de uitbaters om in te grijpen. De ingenieur bleef gestaag de inzet opvoeren tot uiteindelijk, de bank barstte (‘breaking the bank’): het moment waarop een casino niet méér voldoende in de kluis heeft om de uitbetalingen te kunnen garanderen) en het spel werd stilgelegd.

Gezien de ingenieur de spelregels niet had overtreden, was het Monte Carlo casino verplicht om de speler een netto gewonnen bedrag van 325.000 € uit te betalen (equivalent van 30.000.000 $) vandaag.

De strijd van David (de speler) tegen Goliath (het casino) nam hiermee epische proporties aan.

Een nieuwe generatie van beroepsgokkers verrees, geïnspireerd door het succesvolle voorbeeld van Jaggers en andere epigonen die voortdurend op zoek waren naar ‘the edge’ (een spelfase waarbij de kansen vaak zeer subtiel maar voldoende in het voordeel van de speler zijn gekanteld).

De beroepspeler is een combinatie van mens-machine. Tegelijk een connaiseur van menselijke gedragspatronen en een 'whizkid' in waarschijnlijkheidsrekening met maar één doel voor ogen: to find 'the edge'.: een inzet met een mathematisch positieve verwachting.

Beroepsgokkers legden zich in het bijzonder toe op Blackjack (éénentwintigen, waarbij spelers met een fenomenaal geheugen en enorm concentratievermogen, tijdens sommige spelfases een mathematisch voordeel konden halen op het casino) en poker (de meest complexe uitdaging van alle kansspelen, gezien de combinatie van menselijke en mathematische factoren).
Uw blog verslaggever besloot om de pokerwereld nader te onderzoeken, gewapend met een half dozijn pokerboeken én a
ls participerend observant, want niets overtreft de ervaring.

Zodra ik de spelregels onder de knie had, én eerst begon te oefenen met 'monopolygeld' (nepcash), wist ik meteen:

ik ben niet langer een observator, ik ben en ben altijd geweest:
een pokerspeler.

(wordt vervolgd)


(onder: foto van Isabelle Mercier, geniale pokerspeelster uit Frankrijk;
handelsmerk: het frële meisje, die meedogenloos haar tegenspelers afmaakt)

donderdag, augustus 02, 2007

Eurodisney: fake IS great

Muziektrack van de dag:
"I wanna be like you" - Louis Prima and his band

"Oh, oobee doo
I wanna be like you
I wanna walk like you
Talk like you, too
You'll see it's true
An ape like me
Can learn to be human too."

Mijn lezers kennen mij als de cynische verslaggever van dingen des mensen. Een verbitterd (ex)-romanticus die het sprookje van Sneeuwwitje gaandeweg inwisselde voor Histoire d’O.

Dat Walt Disney oerconservatief was, staat buiten discussie. Kwaadtongen beweren zelfs dat “good old Walt” een pederast of op zijn minst een “closet homosexual” was.

Zelf noemde ik de Walt ooit een seriemoordenaar: generaties vulde hij met traditionele moraal én torenhoog gegrepen idealen. Mannen ontdekten gaandeweg dat vrouwen géén prinsessen waren, hoewel ze vaak erop stonden zo behandeld te worden… just for the sake of it.
Vrouwen zochten tevergeefs naar de ridder op het witte paard. We hebben een leven lang nodig om van Disney beeldcultuur af te kicken. Ondertussen sidderden de witte gordijnen vrolijk onder huishoudelijk geweld en de oorlog van de seksen.

Dus ging ik om mijn beklag te maken naar het hol van de leeuw: ‘The Magic Kingdom”, Eurodisney in Parijs, om te aanschouwen wat er overgebleven was van "that good old magic".

Een arrangement van drie dagen met twee overnachtingen in een Disney “resort”: The Sequoia Lodge (afbeelding rechts) moest volstaan.

De Walt sloeg al meteen bij de ontvangst keihard toe: in The Sequoia Lodge Resort werd ik welkom geheten door “park rangers” in vol ornaat. Het aardetinten interieur en de omgeving wasemde de sfeer uit van een Amerikaans natuurpark, inclusief aangeplante mastodonte dennenbomen die het hotel omringen.

Elk “Disney resort” is volledig gethematiseerd: zo is het “Disney Hotel” een ode aan het Victoriaans tijdperk, "Newport Bay" is een replica van de Amerikaanse Oostkust, "Santa Fe" een pueblo in New Mexico (weliswaar zonder grensposten, border police en uitgemergelde migranten), New York Resort is de stek van Big Apples met heimwee…

Vanaf de ontvangst verloopt alles met een zelden geziene efficiëntie. Ik krijg twee magnetische kaarten: één voor de hotelkamer en één voor “The Magic Kingdom” wat bestaat uit vijf parken: Fantasy-, Adventure-, Frontier- en Discoveryland en de Walt Disney Studio’s. En met gethematiseerd bedoel ik niet wat decorstukjes die in allerijl zijn neergezet: attracties, costumage van de staff, catering, fauna en flora zijn volledig “in sync” met het thema.

Wie met een cowboy complex rondloopt voelt zich meteen thuis in Frontierland (inclusief o.a. Mississippi riverboat, goudzoekersrit met op hol geslagen mijnwagentjes in Big Thunder Mountain en authentieke stoomtrein).

Astronauten trekken naar Discoveryland (voor o.a. een zeer indrukwekkende rollercoaster ruimtereis in The Space Mountain –niet voor hartpatiënten, en dat is zelfs géén overstatement), met laserpistolen spelen in Buzz Lightyears Laser Blast of een briljante Star Wars simulatie met een kloon die u meeneemt op zijn "maiden trip."

Peter Pan complicaties zijn perfect te behandelen in Fantasyland (gelieve u te wenden tot Peter Pan’s droomvlucht of het "bigger than life" Assepoester kasteel).

Was u liever Mowgli gebleven uit The Jungle Book, hebt u Indiana Jones of Pirates Of The Caribean aspiraties: rep u naar Adventureland. Louis Prima’s ‘I wanna be like you’ brengt u meteen in de stemming, terwijl u door het tropische regenwoud loopt.

Een Hollywood-complex? Het Disney Studio park is uw ding: in Armageddon wordt u ruimteschip getroffen door meteoren, in Aerosmiths rock coaster suist u met Walk This Way op het audiosysteem IN de wagentjes door loopings en kurketrekkers.

Wie overnacht in een Disney resort krijgt onmisbare privileges: de magnetische kaart is goed voor een onbeperkt aantal ‘Fastline’ tickets. De lange wachtrijen aan de populairste attracties worden hierdoor gereduceerd tot 1/3 of minder van de normale wachttijd. Je krijgt bijna een schuldgevoel t.o.v. de dagjestoeristen die veroordeeld zijn tot wachtrijen van een half uur tot in extreme gevallen negentig minuten voor de populairste attracties. Maar… ik kan u garanderen, dat went.

Kijk, het zit zo: de 1ste dag probeerde ik nog te weerstaan onder het mompelen van de mantra "It’s all fake." maar tegen de 2de dag had Disney mij volledig bij de ballen.

Ik betrapte mijzelf erop mij kostelijk te amuseren terwijl ik in de rol van "space ranger" met een laserpistool zwaaide in Buzz Lightyears Laser Blast om de aardbol te verdedigen tegen Zurg, of door een Black Hole verdween in The Space Mountain, als een goudzoeker de verschrikkingen van Big Thunder Mountain trotseerde of mijzelf na wilde avonturen op een voortreffelijke, op houtskool gebakken T-bone steak in The Golden Nugget saloon trakteerde.

Drie dagen Disney bracht mij zelfs zover dat ik op de 2de dag een echte Stetson-cowboy hoed (Made in USA) aanschafte en door het park paradeerde als The Lone Ranger. Een kind kwam zelfs op mij af om te vragen als ik “Woody” (het gelijknamige karakter uit “Toy Story”) was. Waarop ik repliceerde: “I sure am.”

Ik heb die Stetson hoed niet meer afgenomen, zelfs toen ik op de stagecoach (eh, de bus) wachtte in Oostende.

Zijn er dan géén kanttekeningen bij een bezoek aan The Magic Kingdom?
Natuurlijk is dit een zeer welgeoliede multinational money making machine.


De arrangementprijzen (twee overnachtingen in een Disney resort en drie dagen ongelimiteerde toegang tot de parken, inclusief Fast Pass privelege) zijn relatief democratisch in verhouding tot de “eye candy” maar de catering en merchandising in de parken zijn de echte “moneygrabbers”:
- 50 cl frisdrank: 2.70 €
- één bol ijskreem: 2.45 €
- één giant Hotdog: 4,75 €
- fastfood menu: 10,99 €
- pluchen Mickey Mouse (Made in China): 15 €

Maar de ganse Disney entourage is erop gericht u dat te laten vergeten én ze slagen daar bovendien wonderwel in.

Waart de geest van Disney nog steeds door de parken? Kunt u er magie vinden?
Is Eurodisney een werk van entertainment perfectie dat als géén ander het kind in uzelf terug kan bovenhalen?

Affirmatief. Ik ben schuldig edelachtbare. I ENJOYED EVERY MINUTE OF IT.

Maar ook zelfironie is de makers van het park niet vreemd, getuige de niet te missen openingsceremonie, elke morgen om 10u van het Walt Disney Studio park: d
e bezoekers worden eerst verzameld in een gigantische replica van een fifties Hollywood neon set.
De lichten doven, de onzichtbare ceremoniemeester start zijn intro:

‘Spotlight on…, camera…, sound…, cast members ready, 3 … 2 … 1 … ACTION!’ , waarop de toegangsdeuren openzwaaien.

Zodra u The Magic Kingdom betreedt bent u "On set", het personeel is een "cast member".

Als perfectie niet van deze wereld is, well at least at Eurodisney they did a great job faking it.