vrijdag, december 16, 2005

Poëzie - Wat is poëzie?

In een ver verleden heb ik een poëzie en performance groep voor jongeren begeleid voor de organisatie Graffiti Jeugddienst vzw te Gent.

In tegenstelling tot kunstacademieën waar poëzie vaak nogal muf en afstandelijk analytisch wordt behandeld, ondernam ik een poging om samen met gelijkgezinden tot de kern van poëzie door te dringen.

Ik verwijt de didactiek in kunstacademies dat ze enkel 'copycats' nastreeft: hoe vooral NIET creatief te zijn. Studenten wordt vaak -vooral in muziekafdelingen- de moed ontnomen om aan zelfexpressie te doen: allerlei geleerde heren en dames van hogerhand hebben nu éénmaal gedefinieerd wat 'kunst' is en studenten worden getaxeerd op hun vermogen om het bestaande zo exact mogelijk te kopiëren.

Uiteraard is techniek onderdeel van het scheppend proces, maar als techniek doel an sich wordt dan wordt de kunstenaar als het ware een ambachtsman - of vrouw. Het is dan ook géén wonder dat hermetische kunstexpressies als klassieke muziek tot het ongenaakbare panthenon worden verkozen door véél docenten binnen de academies: wie kiest om zich via klassieke muziek te uiten, is vaak een leven bezig met techniek, maar véél minder met zelfexpressie.

Wat is dan poëzie? Volgens mij is het een nederige poging om het onbenoembare in tekst te vatten. Zoals elk van de kunstvormen is het verlangen naar communicatie het motief: communicatie met zichzelf of met een ander over de fenomenen die ons overvallen.

En voor het eerst in deze blog, een stukje van eigen hand ter afsluiting.


Tijd
In het druppelen van de sekonden
Splintert haar afwezigheid
Dagen echo's van de Moesson
De geur van humus en zaad
Een smachtende woestijn
Klaagt niet over regen
Maar aborbeert haar
Zilt en zoet
Verlangend naar
De terugkeer van de oceaan



woensdag, december 14, 2005

'The Edukators' - De Filmgoden (2)


'The Edukators' of 'Die Fetten Jahre Sind Vorbei' van regisseur Hans Weingarter, is voor mensen met nostalgie naar de revolutionaire tijdsgeest van '69 een hartverwarmend stukje cinema.

Drie gedesillusioneerde twintigers weigeren zich te onderwerpen aan het neo-liberale bewind van de 21ste eeuw en voelen zich geroepen om rijke burgers een les in nederigheid te geven.
Ze breken in in villa's met palleisallures om het meubilair te herschikken, vooral niets mee te nemen en hun graffitisignatuur achter te laten 'Die Fetten Jahre Sind Vorbei'. Doel is vooral het kunstmatige gevoel van veiligheid te ondermijnen die de bourgoisie graag creëert in hun thuiscocon. Bij één van de inbraken loopt het fout en de drie zien géén andere uitweg dan de bewoner te gijzelen en mee te nemen naar een berghut.

Wat volgt zijn sterke dialogen tussen de twee tegenpolen: een gevestigde burger die zich vroeger 'links' durfde noemen en de jongeren.

'The Edukators' biedt vooral reflectie over de huidige tijdsgeest, of zoals één van de acteurs het uitdrukte tijdens de persconferentie op Cannes: 'Is vrijheid de keuze hebben tussen drie creditcards?'.

Een uiterst gebalanceerd stukje 'opvoedende' cinema, wars van sentiment en vooral een uitnodiging tot bezinning over de verheerlijking van het blauwe gedachtegoed.

zondag, december 11, 2005

De Nieuwe Man

'De Man', meer specifiek het heteroseksuele specimen heeft de laatste decennia zwaar aan credibiliteit moeten inboeten.

Waar in het beginnende industriële tijdperk, eigenschappen zoals 'een goede kostwinner', 'aandacht hebben voor vrouw en kinderen', 'trouw', 'niet aan de drank zitten' wellicht op het verlanglijstje van menig vrouw t.a.v. hun partner voorkwamen, zijn de huidige eisen van het vrouwelijk geslacht t.a.v. mannen exponentieel toegenomen. Onder de noemer 'de nieuwe man' is het voorgaande lijstje aangevuld met een flinke dosis inzet in het huishouden en kwaliteiten die historisch voornamelijk aan vrouwen werden toegeschreven.

De nieuwe 'Beaujolais' man is bij voorkeur een goed verdiener met een standvastige job, die naast de besoignes van zijn carrière ook een strijkijzer weet te hanteren en die 's avonds na een belastende werkdag zich volledig heroplaad voor vrouw en kinderen.

Vrouwen mogen dan vaak argumenteren dat er van hen beide wordt verwacht, de realiteit is dat tot enkele decennia geleden de man-vrouw taken als een ongeschreven regel werden opgesplitst.

De man waagde zich elke dag in de arbeidsjungle om toespijs voor op de boterham te verzamelen, de vrouw zette 's avonds de toespijs op tafel voor man en kinderen. Beide geslachten hadden als het ware hun specialisatie en die taakverdeling vulde elkaar naadloos aan.

Waar de vrouwen slaaf waren van aanrecht en vuile onderbroeken, daar was de man loonslaaf. Het laatste wordt immers vaak vergeten want het aanrecht en de onderbroeken moesten immers betaald worden. Om de één of andere reden werd het ene als minderwaardig t.o.v. het andere beschouwd: huisvrouw zijn is wellicht de meest ondergewaardeerde job ooit, op korte afstand gevolgd door prostituée.

Nog maar enkele jaren geleden ontstond er een klein schandaaltje van politieke incorrectheid toen prinses Mathilde nogal vrijpostig durfde toegeven dat ze graag om 16u wou thuis zijn om haar baby te zien. Zo'n uitspraak paste duidelijk niet in de opgedrongen tijdsgeest waarin kinderopvang wordt verondersteld zo'n verlangen overbodig te maken.

De toetreding van de vrouw tot de arbeidsmarkt heeft de taakindeling danig gewijzigd, tegenwoordig moeten zowel vrouw als man:

a) carrière maken of op zijn minst over een tamelijk stabiele job beschikken
b) aan alle stijgende verwachtingen van de werkgever voldoen om het eerste te kunnen bestendigen
b) voorzien in huishoudelijke taken
c) aandacht hebben voor elkaar en de kinderen

De man in gans dit verhaal kwam er voor feministen vaak tot op het absurde af uit als 'de onderdrukker' , waarin een man zich bijna beschaamd diende te voelen omdat hij een penis had.


Vrouwen moesten plots ook rechtop kunnen pissen.

Maar nu vrouwen ook een aantal decennia een meer gelijke toegang krijgen tot de carrièremarkt, begint voor hen misschien een andere realiteit en meer inlevingsvermogen in de mannelijke psyche te dagen. Misschien is het zich dagelijks in de jungle begeven, wedijver voor promoties, stress om de werktaken zo efficiënt mogelijk te vervullen, dan toch niet het verhoopte plezier en de vrijheid waar vrouwen op zaten te wachten.


Waarom zou je overigens als man de zaken niet willen omdraaien en verlangen om dagelijks in je cocon te kunnen blijven bij de kinderen en in huishoudelijke taken te voorzien tot je vrouw 's avonds thuiskomt met het spek?

Gepaard met de verworvenheden van de consumptiemaatschappij (g.s.m.'s, internet, digitale televisie, ...), is paradoxaal ook de vrijheid afgenomen. Beide partners moeten zich nu op de arbeidsmarkt begeven om alle (vaak psychologisch en / of praktisch opgedrongen) luxe te bekostigen en daarboven moet er ook nog aandacht voor het huishouden en de kinderen zijn, bij voorkeur in gelijke mate door beide partners.


Een huisgezin die stelt over geen g.s.m.'s of een computer met internettoegang te beschikken, zal voor onderontwikkeld doorgaan.

De vrouw of man die actueel moedig durft toe te geven dat zijn of haar carrièrebesoignes ontegensprekelijk ten koste gaan het aantal uren dat ze direct contact hebben met hun kinderen, die zal wellicht te horen krijgen dat ze meer aan 'quality time management' moeten gaan doen: een woord uitgevonden door arbeidspsychologen en managers in loondienst van multi-nationals.

Evenredig met de luxe is ook de behoefte aan slaap- en kalmeermiddelen gestegen. Het budget dat op jaarbasis wordt uitgeven door particulieren aan chemische middelen om een storende gemoedstoestand te wijzigen is HOGER dan er wereldwijd wordt uitgegeven aan educatie. Ook het aantal leningen onder particulieren is fors gestegen om te kunnen blijven voldoen aan de levensstandaard, uiteraard tot groot jolijt (en de overwinning) van producenten.

Waar de ultraliberalen het natuurlijk nooit over hebben: rationeel gezien zullen door automatisatie en informatica het aantal jobs (per hoofd) blijven afnemen. Uiteraard zullen er verschuivingen zijn van handarbeid naar 'kennis' jobs maar één informaticus kan een heel netwerk beheren, terwijl er vroeger voor dezelfde taken een legertje klerken zouden nodig geweest zijn. Terwijl het drukproces vroeger een zaak was van arbeidsintensieve letterzetting kan de gemiddelde drukker nu méér woorden uitbraken en afprinten dan een korps letterzetters samen. Het korps letterzetters wordt echter niet vervangen door een evenredig aantal hoofden informatica, hard - en softwareproducenten. Softwarepaketten worden ontwikkeld door slechts een hele kleine fractie van het aantal arbeidskrachten die men nodig zou hebben wanneer de software er niet was.

De flexibiliteit van de mens kent ook grenzen: een persoon die voornamelijk op 'doen' is afgesteld, daar maak je geen intellectueel van of omgekeerd. Terwijl de vuilnisophaalman vaak een fractie verdiend van bvb. een bankmanager, vergeet men gemakkelijkheidshalve dat zonder de vuilinisophaalman in de kortste keren de ratten vrij spel zouden hebben.

De moderne mens wordt geregeerd door abstracte concepten die voornamelijk uit economische besoignes worden opgelegd van financieel vermogende partijen. Inherent aan de gelijke toetreding van beide seksen op de arbeidsmarkt is ook de werkloosheid toegenomen.
Wanneer er meer personen zich kandidaat stellen voor een job, dan is een grotere groep werklozen uiteraard het gevolg. Jobs nemen nu éénmaal niet toe omdat het aantal kandidaten stijgt. Een groot aantal kandidaten is dan weer positief voor werkgevers die meer eisen kunnen stellen en tegelijk de loonkost kunnen drukken: de wet van vraag en aanbod gebiedt nu éénmaal dat je aan een legertje sollicitanten meer eisen kunt opleggen dan aan enkelingen.

Maar vooral: is het nu dit wat de moderne vrouw verlangde? Een man met een identiteitscrisis die voornamelijk te horen krijgt dat hij te weinig aandacht besteedt aan het huishouden, zijn partner en / of de kinderen, maar van wie er tegelijk ook wordt verlangd dat hij op alle eisen van de werkgever ingaat om toch maar een trapje hoger in de pikorde te stijgen? Ook t.a.v. vrouwen gelden nu dezelfde eisen: de nieuwe man ontslaat de nieuwe vrouw niet van haar aandeel in carrière en huishouden want dan zou er als het ware een omgekeerde discriminatie ontstaan.


En oh wee, als je als vrouw, net zoals prinses Mathilde zou durven toegeven dat je toch vooral verlangd om 16u thuis te zijn voor de kinderen.

Of is het dan toch niet zo plezierig in de arbeidsjungle dames? Is loonslaaf zijn te verkiezen boven het slaaf zijn van aanrecht? Beide seksen hebben immers hun offers gebracht in de indeling van hun levenstijd, maar wellicht schortte er voornamelijk iets aan de waardering van de beide seksen t.o.v. elkaar.


Of komt op termijn de 'oude man' die zich voor vrouw en kinderen dagelijks in de carrièrehel stortte en er in ruil van zijn vrouw warme maaltijden, propere onderbroeken en een onderhouden huis voor verwachtte weer in de mode?

maandag, december 05, 2005

Unie Vrijzinnige Verenigingen ( U.V.V. )

We leven in een tijdsgeest van top 10 lijstjes: de illusie dat alles naar waarde kan geschat worden op basis van verkoopscijfers. In socio-culturele organisaties wordt de top 10 tendens, al dan niet onder overheidsdruk, ingekleurd op basis van het aantal 'cliënten' of gerealiseerde projecten.

Opsommingen van feitelijkheden zijn handig: informatie wordt kernachtig samengebald tot een rapport die placht 'iets' te zeggen over de werkelijkheid.

Klassieke vragen:

- zegt kwantiteit iets over kwaliteit?
- hoe kwam de informatie tot stand?
- wie beslist welke informatie al dan niet belangrijk is?
- en vooral wie heeft er (persoonlijk) belang bij de finale interpretering van de informatie en een benoeming over wat nu eigenlijk de 'realiteit' is?

'Geschiedschrijving' is nooit een neutraal gegeven.

Het filteren van informatie op weg naar de top van een bombastische hiërarchie is per definitie het al dan niet moedwillig stelselmatig vernauwen van de 'werkelijkheid' gezien feiten steeds samenhangen met context. Wat als de ongefilterde informatie de lijstjesopstellers niet zint omdat het niet beantwoord aan een vooropgestelde 'realiteit'? Veelal komen er dan huurling 'experts' in dienst van dezelfde lijstjesopstellers aan te pas die op basis van 'rapporten' en een momentopname adviezen geven.

Zo'n rapport bleek dan in mijn geval bvb. niet te vallen onder het 'vrije onderzoek' die nochtans door mijn ex-werkgever zo hoog in het vaandel wordt gedragen: als subject van een verslag (nota bene mijn eigen verklaring) kreeg ik geen inzage in het verslag zelf, zelfs niet na een uitdrukkelijk verzoek via een vakbondsafgevaardigde. Nogal vreemd gezien ik meende dat in een rechtstaat zelfs de grootste crimineel recht heeft op inzage in het dossier, zeker wanneer het zijn eigen verklaring betreft.

'Vrij onderzoek', één van de pijlers van het gedachtegoed binnen het U.V.V. blijkt dus een relatief begrip te zijn naargelang de positie op de hiërarchische ladder, de 'gevoeligheid' van bepaalde informatie en vooral -het klassieke fenomeen- het belang van de 'geschiedschrijver'.

De manier waarop interpretering van feiten tot stand komt wordt minder bevraagd; de objecten -want zo voelde ik mijzelf behandeld destijds als ex-werknemer- of subjecten die worden ingelijfd in een bepaalde uitspraak dienen dit voor lief te nemen. Allerlei geleerde heren en dames hebben nu éénmaal beslist wat de parameters zijn om 'realiteit' te definiëren en zij zullen zelf rechter en jury zijn: een 'hogere' vaak ongenaakbare autoriteit die veraf staat van de 'gelijkwaardigheid' waar humanisten het dan vaak nogal sloganesk over hebben.

Als we het dan toch over top 10 lijstjes hebben:

Qua slechtste werkervaring ooit in de sociale sector staat de Unie Vrijzinnige Verenigingen bij mij met stip op nummer 1. Een nauwdenkend mens mag dan misschien een allusie naar 'verloning', extra legale voordelen of materiële werkomstandigheden verwachten, maar in mijn geval als ex-werknemer gaat het over over de schrijnende kloof die ik ervaarde tussen de 'mission statement' van het U.V.V. en de realisering ervan binnen eigen geledingen.

Wie zichzelf vrijzinnig acht wordt verondersteld een kritisch nadenkend mens te zijn die per definitie de 'realiteit' in vraag stelt via 'vrij onderzoek'. Of zoals de webmaster van het U.V.V. het zo mooi verwoord: 'Vrijzinnigen zijn bereid hun overtuigingen, mening en visie op de mens en wereld te toetsen aan de realiteit. Open discussie wordt niet uit de weg gegaan, persoonlijke overtuigingen en opvattingen kunnen worden herzien en ‘zekerheden’ kunnen opnieuw in vraag worden gesteld.' Met dit als doel heeft het U.V.V. destijds ook een 'geschillencommissie' opgericht voor het geval eerder verkregen 'zekerheden' in vraag worden gesteld bvb. analyses en bevindingen over geschillen tussen personeelsleden onderling en / of de hiërarchie. Ondanks de relatief hoge selectievoorwaarden aan het personeel van het U.V.V. blijkt tijdens de tewerkstelling nogal vaak een en ander mis te lopen: wanneer een sociale organisatie in de afgelopen jaren zo'n 10 % van het personeelsbestand ontslaat -terwijl er vanuit financieel oogpunt hier geen enkele noodzaak toe bestaat- kan men zich beginnen afvragen indien er geen structurele oorzaken aan de hoge personeelsuitval ten grondslag liggen?

Laat nu net 'of-all-organisations' het U.V.V. in het laatste bedje chronisch ziek zijn.

Het is eigen aan groeiende organisaties om een hiërarchie te ontwikkelen. Analoog met de katholieke kerk heeft het U.V.V. zijn paus (voorzitter Michel Magits) en kardinalen (het Dagelijks Bestuur). De leden van het Dagelijks Bestuur zijn dan weer vertegenwoordigers van lidorganisaties uit de vrijzinnige gemeenschap, zo'n beetje zoals een aartsbisschop deel uitmaakt van één of ander concilie die de nieuwe paus (in dit geval de voorzitter) met witte rook aankondigt. Diverse van die leden zitten dan ook nog eens in weinig transparante groeperingen met elitaire en sekte-achtige allures zoals 'De Loge': de club van de would-be verlichte broeders die hostie en geloofsbelijdenis inwisselden voor passer, winkelhaak en hand- en spandiensten binnen en buiten de tempel.

Wanneer we het over een organisatie hebben, dan hebben we het over de noodzaak aan middelen om een infrastructuur en activiteiten uit te bouwen en vooral discussies over hoe een schaars goed -het toegekende gemeenschapsgeld- aan te wenden. In het U.V.V. , een koepelorganisatie doel ik op de twisten over de verdeling van middelen tussen de Centra Morele Dienstverlening (de zelf opgerichte paradepaardjes van het U.V.V.) en de externe lidorganisaties (verenigingen die onder het vrijzinnige vaandel een erkende organisatie opzetten).

De Centra Morele Dienstverlening die instaan voor 'morele consultaties' (een 'geladen' woord voor een verkapte en gratis vorm van vrijzinnige gesprekstherapie), 'vrijzinnige plechtigheden' (de vrijzinnige tegenhanger van klassieke geloofsrituelen) en allerlei socio-culturele activiteiten zitten dicht bij de geldkraan en kunnen traditioneel rekenen op de doorstroming van véél middelen. Probleem: waar begint en eindigt het werkveld van de C.M.D.'s en de externe organisaties; wie krijgt er welke middelen om wat te doen en is dit in verhouding met het succesvol bijeenvissen van vrijzinnige zieltjes in de vaak nogal krappe vijver?

In stadsbesturen kent men op het einde van het jaar het fenomeen waarin ambtenaren mondeling worden verzocht om de resterende activa op de balansen op te maken, kwestie van aan te tonen dat al de beschikbare middelen tot de laatste euro besteed zijn en dat ze het vooral héél druk hebben gehad. Jaarverslagen, gereviseerd door een diensthoofd kunnen dan weer positief aangewend worden over hoe goed werk we toch met zijn allen hebben geleverd om vooral de nood en de verantwoording voor nog meer Centra Morele Dienstverlening in de verf te zetten. Een beetje zoals een zelfverheerlijkende Amerikaan die verklaart dat er in elk mens een verscholen Amerikaan zit. Of zoals Mc Donald's die vooral nog meer hamburgers wil verkopen en in de aangezwengelde verkoop zijn bestaansreden vindt.

En oh ja, er zijn ook veel tijdschriften, folders en infoblaadjes nodig die op een incestueuze manier heen en weer worden gestuurd tussen de verschillende organisaties van de eigen kudde.

Vooral boekhouders hebben de handen vol met al die (betaalde) advertenties binnen eigen kringen.

Een vrijzinnig mens kan toch niet nalaten bij de doelstellingen van de organisatie waarmee hij zich veréénzelvigd af en toe een 'reality check' in eigen rangen door te voeren. In mijn geval ervaarde ik tijdens mijn tewerkstelling in het U.V.V. nogal véél 'manoeuvres' die net probeerden de 'realiteit' te verdoezelen, ontkennen of verheerlijken.

Het personeelsbestand van het U.V.V. kun je, net zoals in elke organisatie opdelen in enerzijds een overgrote meerderheid fatalistische makke kudde schapen die opportunistisch met de loonstrook en de hypotheek in gedachten, er het zwijgen toe doen - een quasi gecreëerde monddoodheid gezien op die manier ook géén enkele uitspraak tegen de boodschapper kan gebruikt worden - en enkelingen die in een vlaag van vrijzinnige zinsverbijstering de stem laten horen en zich hierbij uiterst kwetsbaar opstellen.

Voor klokkenluiders bestaat er geen organisatie, laat zoveel u duidelijk zijn.

Wanneer je het bvb. over hiërarchie hebt, dan heb je het over verantwoordelijkheid dragen en ook de loyaliteit van een vrijzinnige onderdaan aan zijn gedachtegoed om in vraag te stellen hoe iemand een bepaalde positie verwerft binnen een organisatie? Uiteraard zijn er allerlei door eigen rangen georganiseerde en bekrachtigde vormelijkheden maar is het bvb. ook mogelijk dat iemand diensthoofd wordt omdat hij de zoon is van één of andere hoge pief in vrijzinnige middens (wat wellicht toebehoord tot de wetenschap en de 'realiteit' van de erfelijkheid) of deel uitmaakt van een gesloten en niet democratisch bestek zoals De Loge? Is het mogelijk dat sommigen privéleges krijgen op basis van bloedafstamming?

Zoveel vragen, die tijdens mijn tewerkstelling een wat mij betreft onaanvaardbaar antwoord opleverden.

Of men kan bvb. ook in vraag stellen hoe het kan dat er aan het personeel relatief hoge vereisten worden opgelegd voor indiensttreding (een resem schriftelijke - en mondelinge examens en een diplomavereiste van minimaal hoger onderwijs voor moreel consulenten) terwijl voor de Secretaris-Generaal, een topfunctie een diploma van middelbaar onderwijs voldoet? Niet dat ik geloof dat éénder welke opleiding of diploma véél zegt over een persoon dan louter het feit dat iemand opgelegde kennis kon reproduceren en vooral de docenten niet tegen het hoofd stootte tijdens de gangbare indoctrinatie in de interpretering van kennis. Maar goed, redelijk kun je ervan uitgaan dat opgelegde vereisten voor de loopgrachten ook opgaan voor de bevelhebbers: ' 't is 't één of 't ander' en ieder wordt toch verondersteld gelijk te zijn voor de wet, of heeft het dan toch met hiërarchie te maken?

Moeten uitspraken van hiërarchische oversten voor de ultieme 'realiteit' doorgaan of is dit slechts een andere vorm van dogmatisch opgelegde interpretaties van 'realiteit'? Iets waar het U.V.V. graag de klassieke godsdiensten van beschuldigd.

Men kan zich afvragen indien er een 'geschillencommissie' wordt opgericht, indien niet elk personeelslid, zoals ik destijds, het recht heeft om zijn kandidatuur te stellen en toe te lichten middels een open brief. Meer nog, deelname aan zo'n geschillencommissie is voor een vrijzinnig persoon bijna een plicht verschuldigd aan zijn gedachtegoed: vooral wanneer er 'opbouwende twijfel' is over hoe een bepaalde 'realiteit' tot stand kwam om alsnog tot een 'open discussie' te komen.

Men kan ook de structuur van een geschillencommissie in vraag stellen: is er gelijkwaardigheid wanneer de oprichters (de werkgever) net iets meer inspraak hebben in het finale verdict? Komt men dan niet tot het klassieke geval van regimes waarin rechter en jury één zijn? Wat met de vooropgestelde 'open discussie'? Indien een open dialoog wordt vooropgesteld, waarom zou er dan noodzaak zijn aan een geschillencommissie waarin de ene partij het net iets meer voor het zeggen heeft dan de andere partij?

Een vrijzinnig persoon heeft volgens mij als taak elke 'hogere' authoriteit te verwerpen, al is dit nu een bovennatuurlijke entiteit, een paus of een voorzitter en op basis van rede te beslissen indien de gevestigde autoriteit deze naam waardig is. Volstaat het bvb. dat iemand jurist en zich vrijzinnig noemt, of komen er bij zo'n functie ook heel wat sociale vaardigheden en inlevingsvermogen kijken?


Als voormalig werknemer van het U.V.V. kon ik de laatste eigenschappen bvb. niet ontdekken bij de huidige voorzitter Michel Magits. En de Michel zal het mij als vrijzinnige wellicht ook niet kwalijk nemen dat ik deze 'opbouwende twijfel' uitdruk. Er bestaat naast allerlei vrijzinnige 'do's' and 'dont's' voor werknemers ook nog zoiets als het recht op vrije meningsuiting (of niet?).

Noch kan het mij als ex-werknemer kwalijk worden genomen dat ik het als mijn taak zag om de 'realiteit' te onderzoeken, en wanneer ik tot de conclusie kwam dat er nogal wat goochelwerk aan te pas kwam om illusies in stand te houden, hier het Dagelijks Bestuur rechtstreeks van inlichtte. Het nadeel aan hiërarchische organisaties is immers dat het voor werknemers aan de bodem van de ladder vaak nogal onduidelijk is welke informatie al dan niet in het top 10 lijstje terecht komt.

Gezien we het hier toch hebben over een organisatie die 'open discussie' en 'vrij onderzoek' promoot, kan het een werknemer niet kwalijk worden genomen indien hij deze zaken in de praktijk brengt binnen de eigen organisatie. Meer nog, wanneer een organisatie er niet in slaagt om zijn missie binnen eigen rangen te verwerkelijken stelt er zich de vraag over de geloofwaardigheid wanneer het buiten de eigen deur begint te vegen.

Of is 'realiteit' dan toch wat dogmatisch voorgescheven wordt door een hogere autoriteit, Michel?

Of behoort het psychisch intimideren van personeelsleden wanneer ze niet in de pas lopen van de vooropgezette 'realiteit' ook tot technieken van het vrijzinnige discours?

Kan een werknemer van het U.V.V. uberhaüpt de 'open discussie' in de praktijk brengen, zolang hij of zij tegelijk de loonstrook verhoopt op het einde van de maand?

Kortom, een negatieve werkervaring en een depressie later, kan ik het iedere liefhebber van het vrijzinnige gedachtegoed aanraden om vooral de 'realiteit' van het werken als moreel consulent binnen het U.V.V. in vraag te stellen.


U zou bvb. ook wijselijk na contacten met ex-werknemers kunnen beslissen voor een minder totalitair regime te kiezen waar top 10 lijstjes onderhevig zijn aan inhoud.

zondag, december 04, 2005

Martine Lauwers

Als ik mijn bunker verlaat, vergezelt een Sony Mp3-speler mij.

Ik heb het nooit gehad voor I-Pod: eerst en vooral is de geluidskwaliteit inferieur aan andere Mp3-spelers maar blijkbaar is dat voor velen géén bezwaar in deze tijden van als-het-er-maar-leuk-uitziet.
Het aangename en vaak surrealistische van muziek beluisteren op buitenhuiselijke excursies, is de soundtrack die je als het ware zelf creëert bij wat je waarneemt. Zo heb ik al véél van die treffende ervaringen waarbij muziek als het ware de visuele prikkels ondersteunt, maar niets kan tippen aan de toevallige montage van gisteren.

Omstreeks 10u30 sta ik aan de bushalte te wachten aan de St-Jozefskerk in Oostende. Op de Mp3-speler hoor ik het 2de gedeelte van de 12" maxi van 'Tainted Love' van Soft Cell. De meeste lezers kennen wellicht de fuifklassieker 'Tainted Love' maar slechts weinigen kennen de schitterende langspeelversie waarin 'Tainted Love' naadloos overgaat in 'Where Did Our Love Go'. M.a.w. op de Mp3 speler klonk net het 2de deel 'Where did I love go?'.

Op dat moment passeert een zo'n klein wit persoonswagentje van Thuiszorg. Aan het stuur mijn grote jeugdliefde Martine Lauwers die ik al in jaren niet meer gezien heb. Normaal zit ik niet te gluren naar bestuurders van voorbijrijdende wagens maar nu dus wel. Zij leunt lichtjes over naar de passagierszetel. Als magneten vinden onze blikken elkaar moeiteloos gedurende ongeveer twee seconden. In dat luttel ogenblik zit een eeuwigheid verscholen. Martine Lauwers: mijn grote jeugdliefde waar ik ongeveer twee jaar een relatie mee had in het begin van mijn twintiger levensjaren.

En ondertussen klinkt de muziek 'Where Did I Love Go?' als een perfecte aanvulling op een scéne die in een film niet zou misstaan: een perfecte montage van beeld en geluid.

En ze zag er mooi en aantrekkelijk uit: nog steeds haar natuurlijke krullen en halflaag haar.

Zij zat in een rijdende wagen en ik stond plots verstard aan de bushalte en voor ongeveer twee seconden bevond ik mij tijdens die blik in een meer doorleefde wereld. Een te korte tijd om echt te reageren buiten die twee seconden intens met elkaar verbonden te zijn in één allesmovattende oogopslag.

Ik was te jong en te onbezonnen toen Martine: net als jou had ik géén ervaring met langdurige relaties. De maalstroom van het leven kwam over mij toen ik jou kende, ik zou het anders doen nu, zo'n 10 jaar later.

En ondertussen klonk 'Where Did I Love Go?' van Tainted Love op de Mp3-speler.