zondag, december 03, 2006

De maalstroom

Muziektrack van de dag: 'Hotel California' - NEE niet de versie van 'The Eagles' maar van 'The Gipsy Kings'

"Up ahead in the distance, I saw a shimmering light
My head grew heavy and my sight grew dim
I had to stop for the night
There she stood in the doorway
I heard the mission bell
And I was thinking to myself,
this could be heaven or this could be hell"


"Aaaarghhhhh", ongeveer zo voelde het.

Een transcriptie ervan, zou er ongeveer als volgt uitzien:

- 'Hoe durf je er zelfs maar aan te denken dat zij tot de mogelijkheden behoort?'
- 'En waarom niet?'
- 'Zet het uit je hoofd, je weet al waar dit naar toe leidt: insomnia, pijnscheuten, maagkrampen, ...'
- 'Wie niet waagt, wie niet wint'
- 'Man, wanneer word je eindelijk eens volwassen.'
- 'Wat zouden haar seksuele fantasieën zijn?'
- 'Zou ik er deel van uitmaken?'
- 'Ik wil gewoon haar twee armen die mij omsluiten en niet meer lossen.'
- 'Dit leidt nergens naar: enkel naar fantasieën waarvan de idee van de vervulbaarheid op zich al pathetisch is.'

- 'Waar zou ze uithangen op zaterdagavond, dan kan ik haar zien.'
- 'Ik moet haar zien, dit kan zo niet langer.'
- 'Ok, maak jezelf dan maar weer belachelijk.'
- 'Wat een ego, zie je jezelf als naast haar lopen: zij, zo'n zinnebeeld van esthetische topklasse, naast jou; een sterveling, al lichtjes grijzend en kalend.'
- 'Ik ben natuurlijk een stuk ouder, wellicht valt ze op mijn maturiteit.'
- 'Welke maturiteit: je bent gewoon een kind met een huizenhoog ego.'
- 'Zou ze kinderen willen?'
- 'Ik niet, maar met haar gerust een stuk of twee.'
- 'Hoe zou haar moeder eruitzien? Dan weet je al waar je je later aan kan verwachten.'
- 'Ze ziet er nu toch goed uit, wat doet later ertoe.'
- 'Je zoekt weer uitvluchten om zelfs de minieme possibiliteit al te schrappen.'
- 'Welke possibiliteit: zelfs die gedachte op zich al is pathetisch.'

Maar uiteraard flitsen al die gedachten tegelijk als een flipperkastbal door mijn hoofd. Manisch ketsend tussen de hersengedeeltes die zich afzonderlijk ontfermden over rede, zintuigen en emoties.
En voortplanting. Of wat er kort aan vooraf ging. Haar lange benen weid gespreid en ik in haar tempel.

Uiteraard was het rationele gedeelte vanuit evolutionair oogpunt slechts een heel recente ontwikkeling.

Ze doorspiesde mij nog maar eens met haar bijna hitzwarte ogen.

Steek. Steek. Steek.

Of wellicht beelde ik mijzelf dat ook maar in: zij keek toevallig in mijn richting en ik was aangestoken.

Of niet, nee, haar kijken was meer dan kijken; ze gaf mij te kennen dat ze graag keek.

Naar mij of het behang erachter.