donderdag, december 21, 2006

'Cinéma, Cinéma, je suis cinéma.' - Benoit Poelvoorde

Muziektrack van de dag: 'Don't bring me down' - E.L.O.

"You got me shakin, got me runnin away

You get me crawlin up to you everyday
Dont bring me down,no no no no no,
I'll tell you once more before I get off the floor
Dont bring me down."

Nog méér dan iemand die regelmatig boeken uitleest, ben ik een cinefiel.

Ik kijk niet naar film, ik verslind pellicule of in dit tijdperk beter gezegd 'digitale informatie.'

De troost in en identificatie met een Woody Allen-film is onbetaalbaar.
Zijn 'Anything Else' was weer een uppercut, al blijven zijn meesterwerken 'Crimes And Misdemeanors' en 'Manhattan'.

De analogie tussen mijn observaties en levenservaringen en het Woody Allen universum is een feit.

Onlangs liep uw blog verslaggever uit 'Het leven zoals het is' een 'coup de foudre' op. De uitdrukking 'coup de foudre' dekt de lading.

Vrij vertaald: 'een klap van plots opzettende waanzin'.

Animale aantrekkingskracht en rede liggen meestal niet in elkaar verlengde. Als ze dat al wel doen is het eerder een uitzondering dan de regel.
Nee, we ontmoeten iemand per toeval, één van die miljarden mensen, bouwen razendsnel enkele indrukken op (mooi - niet mooi, interessant - niet interessant, serieus - niet serieus te nemen) en projecteren onze verlangens op de persoon in kwestie, zolang de biochemicalieën actief blijven.


Later zullen we het diezelfde persoon kwalijk nemen dat zij of hij niet is wat wij verlangden.

Men noemt het 'verliefdheid'.

Klinisch uitgedrukt leunt het eerder aan bij een tijdelijke aanval van zinsverbijstering.

Om bij Woody Allen te blijven: hier is een waar gebeurd verhaal in een notedop:

Man met aanzettende mid-life crisis loopt 'coup de foudre' op voor prille twintiger. Man focust zijn aandacht op de persoon in kwestie. Ondertussen mist man de signalen die een andere rijpere twintiger uitzendt t.a.v. man. Man wordt afgewezen door de prille twintiger en beseft pas achteraf dat de andere persoon, de rijpere twintiger een veel interessantere keuze was. Vermoedelijk weet rijpere twintiger van de intenties van de man t.a.v. prille twintiger. Misschien ook niet, hoe dan ook, omdat man de signalen van rijpere twintiger niet tijdig beantwoordde, haakt ook de rijpere twintiger af.

Man trekt lange winterjas aan. Het is koud buiten.

Man steekt sigaret op en denkt aan Humprey Bogaert, de 'alpha male' bij uitstek.

Man zucht en vraagt zich af waarom hij niet zoals Humprey Bogaert kan zijn.

De identificatie met een Woody Allen-film 'Play It Again Sam' is compleet.


Rijpere twintiger vroeg destijds aan mij: 'Wat is vrijzinnigheid?'

Man kon toen niet meteen antwoorden, daarom doe ik het nu:

"Het denken mag zich nooit onderwerpen,
noch aan een dogma,
noch aan een partij,
noch aan een hartstocht,
noch aan een belang,
noch aan een vooroordeel,
noch aan om het even wat,
maar uitsluitend aan de feiten zelf,
want zich onderwerpen betekent het einde van alle denken."

Eén ding is duidelijk: man is niet vrijzinnig,
man is een mens.