Als kind had ik niet zoiets van ik wil later piloot, cowboy, brandweerman, politieagent of andere van die clichés worden.
Ik was God over mijn gigantische playmobilstad en organiseerde stuntwedstrijden met mijn matchbox autootjes. Gezien ik broers, noch zussen had, was ik heer en meester over mijn slaapkamer koninkrijk en die status beviel mij eigenlijk nog het best van al.
Is het uiteindelijk niet dat waar mensen nog het meest van al naar verlangen: controle hebben over hun leefwereld en de invulling van hun dagelijks bestaan? Een plaats hebben waar de jungle niet tot ons doordringt?
Achteraf gezien was mijn kamer een bunker waarin ik kon ontsnappen aan mijn ouders die de oorlog hadden verklaard aan elkaar. Geluiden van het front, drongen doorheen de houten verschansing van de slaapkamerdeur en al vroeg kwam ik er achter dat 'ze leefden nog lang en gelukkig' enkel aan karakters uit sprookjes was besteed.
Ik was niet bezig met 'wat wil ik later worden', ik was toen vooral bezig met een dagdagelijkse dag doorkomen. De vraag 'wat wil je later worden', bleef onbeantwoord.
Nu weet ik vooral wat ik niet wil worden: manager, politieker, economist, straatveger, ...
Omdat de druk van het maatschappelijk bestel op den duur zo groot werd (je moet toch 'iets' doen) besloot ik om 'maatschappelijk werker' (in de volksmond: 'maatschappelijk assistent') te worden. Voordien had ik hier en daar wat vrijwilligerswerk gedaan (ik was op een gegeven moment d.j. in een jeugdhuis, en heb ook achter de telefoon gezeten bij een telefonische hulpverleningsorganisatie) en ik maakte de rare kronkel dat 'maatschappelijk werker' daar ergens op aansloot.
Als er wel iets is waar ik overvloed aan heb, dan is het ervaring hoe mensen het vooral niet met elkaar kunnen vinden. Over hoe het anders te doen om erger te voorkomen kan ik u niet vertellen, want anders zou het geen betrekking hebben op mensen maar op karakters uit een Hollywood prent.
Nu ik officieel maatschappelijk assistent ben en het privélege heb genoten, achter de witte gordijnen te gluren in functie van mijn job, is het nog steeds mijn ervaring dat mensen het niet met elkaar kunnen vinden. Daar heb ik overigens als maatschappelijk assistent niets aan kunnen veranderen.
Ik zou zelfs durven stellen dat veel 'hulpverleners' eerder bijdragen tot de problemen. Bvb. een man doet het verhaal dat hij overstresst is van zijn job. Een of andere hulpverlener, praat die man gegarandeerd een relaxatiecursus aan. Hulpverleners moeten nu éénmaal ook hun brood verdienen.
Iemand komt aankloppen bij het O.C.M.W. voor een uitkering. Letterlijk zonder cent. De heren en dames van de O.C.M.W.-raad (overigens welbeheerde politieke postjes) gaan er eerst eens over soubatteren indien persoon x wel voor een uitkering in aanmerking komt. Indien er één of ander paperas niet in orde is, dan kan persoon x nog altijd bij de voedselbank terecht voor een voedselpakket (waarvan gegarandeerd enkele producten al over de bewaardatum zijn).
De maatschappelijk assistent als boodschapper van de O.C.M.W.-raad om het slechte nieuws te brengen. Ja, mijnheer, mevrouw, ik ben mij er bewust van dat in dit land 10 % van de bevolking 50 % van alle financiële middelen in handen heeft, maar voor u kan er geen O.C.M.W.-uitkering vanaf. U zult u moeten prostitueren met één of andere slechtbetaalde en ondergewaardeerde job. Jawel, mijnheer, mevrouw, ik ben er mij bewust van dat diezelfde dames en heren van de O.C.M.W.-raad vandaag gaan lunchen op kosten van de gemeenschap, maar dat verandert niets aan het feit dat u nu éénmaal niet in de O.C.M.W.-raad zit.
Een vrouw is haar man spuugzat maar diezelfde man laat haar nu éénmaal toe om een royaler leven te leiden dan ze met haar eigen inkomen zou kunnen, dus blijft ze bij die man. Ja, wat verwacht je dat een hulpverlener op zoiets antwoord? Ewel, madam, als het slecht gaat probeer dan troost te vinden in het feit dat u toch nog steeds in een royale villa leeft en een Veuilleton handtas hebt.
Een man heeft zijn vrouw bedrogen omdat de 20 jaar jongere versie er nu éénmaal aantrekkelijker uitzag. Nu loopt zijn vrouw dagelijks met een gezicht als een stier rond maar ze kiezen ervoor om bij elkaar te blijven voor de kinderen en de familie. Mijnheer, zou het geen oplossing zijn om uw minnares in dienst te nemen als kinderoppas of poetsvrouw, zo heeft iedereen er toch nog iets aan?
Een tienerjongen ziet het niet meer zitten: zijn uiterlijk toont geen verwantschap met Adonis, hij is eerder teruggetrokken en verlegen, hij vindt geen vriendin. Als hij een meisje aanspreekt, begint hij al een krop in de keel te krijgen. Wat kan ik daarop antwoorden?
Een crimineel komt de gevangenis uit, maar komt enkel hoogstens nog in aanmerking voor een job waar hij wordt geëxploiteerd dus op den duur daagt het idee van een overval.
O.k., voor wanneer is het gepland, ik doe mee.
Als er wel iets was, wat ik tekort kwam tijdens mijn praktijk dan was het een kotszakje en een zuurstoffles om op adem te komen.
Docenten die al lang de welzijnssector goeiedag hadden gezegd en er nu voor kozen om er les over te geven i.p.v. het zelf te doen, hadden het vaak over de 'structurele' problemen van de hedendaagse maatschappij. De competitie, werkonzekerheid, de ieder-red-zijn-eigen-vege-lijf cultuur, is ontegensprekelijk toegenomen.
Wat ga je ondernemen als maatschappelijk assistent? De mensen eens hun verhaal laten doen? Dat was dan ook het enige die overbleef: vertel het eens, het kan misschien opluchten om het eens te vertellen. Stort uw besoignes uit. Na het vertellen overspoelde de realiteit de cliënt zoals voorheen, zodat hij of zij later nog meer had om over te vertellen.
Honderden verhalen, er kwam gewoon geen einde aan.
Ik zou wel graag nog eens die stem horen, dat 'alles wel in orde zou komen'. Ik zou die stem willen kunnen geloven en vervolgens vredig in slaap vallen.
Is dat genoeg, kwestie van iets te willen worden?