maandag, september 25, 2006

'Ja, nu.'

Muziektrack van de dag: 'The Passenger' - Iggy Pop

'Oh, the passenger
He rides and he rides
He sees things from under glass
He looks through his windows eye
He sees the things he knows are his
He sees the bright and hollow sky
He sees the city asleep at night
He sees the stars are out tonight'


Op vrijdagavond zet ik mijn Sony MP3-speler op een stevig clubvolume. Gehoorproblemen zijn voor later, nu bonst de volle bas lekker door op mijn Sennheiser CX300 oordopjes. In mijn hoofd dansen de goden extatisch.

Ik ben in een uitgelaten stemming, de onweerstaanbare drang naar vervoering krijgt deze nacht weer gestalte als co-piloot in een Porsche Carrera 4 S. Terwijl brave burgers na een noeste werkweek in de veiligheid van hun fauteuilzetel ploffen, reist uw verslaggever onder de vrijgeleide van de nacht naar de afgesproken plaats.

Onderweg stel ik mijzelf de vertrouwde vragen met dezelfde ambivalente antwoorden:

‘Ik ga omdat ik wil ontsnappen aan de zwaartekracht van het leven.’

‘Ik ga omdat ik wil vergeten.’

‘Ik ga omdat ik verlang.’

'Ik ga.'

Even na middernacht stuiven ze toe op de parking: de nomaden van de autosnelwegen.

De weg is het doel, een tussenstop het middel.

Hun kamelen ingewisseld voor auto’s met spitstechnologie: sensoren die de aandrijving per milliseconde registreren en corrigeren, stabiliteitssystemen, supergesofisticeerde elektronische injectie, …

Een vlammend zwart ros daagt aan de horizon: de Porsche Carrera 4 S. En zowaar, uw verslaggever is ontroerd als een kind, een krul verbijt zich op mijn lippen. De chauffeur zwaait enthousiast het portier open:

‘Ik ben wat vroeger, je vindt het wellicht niet erg.’

We begroeten elkaar als strijdmakkers van heimelijke fronten.

- ‘Hoe laat vertrekt de karavaan?’
- ‘Als x driemaal toetert.’


De éénvoud van de daad siert het gebeuren.

De sfeer is ingetogen maar vastberaden. Wie de plaats van de afspraak kent, maakt deel uit van een communiteit verbonden door cybernetwerken. Zonder centraal gezag zijn we op punt Omega uitkomen: vanavond op plaats x, zo laat, nu.

Er is één gemene deler: neergedrukt door de zwaartekracht van dagelijkse verzuchtingen willen ze sneller dan het verleden hen achterhaalt ergens anders zijn.

X toetert driemaal.

De zwerm stuift weg.

We vliegen op de snel-weg.

Hier en nu ben ik bevrijd. Sneller dan alles wat mij achterhaalt.

Ik word een sierlijke trekvogel.

Géén veiligheidsgordels om.

Sterven in een uiterste staat van vervoering, dat is nog géén zo’n slechte dood mij dunkt.

En ik besef, ja, zo zou ik willen gaan: in een staat van doorleefde verwondering.

Als in vrije vlucht stijgen we los doorheen het peloton naar de horizon.

‘Is het ok?’ Ben je er klaar voor?’, vraagt de chauffeur.

En ik zeg, zonder aarzeling:

‘JA, NU.’