maandag, december 05, 2005

Unie Vrijzinnige Verenigingen ( U.V.V. )

We leven in een tijdsgeest van top 10 lijstjes: de illusie dat alles naar waarde kan geschat worden op basis van verkoopscijfers. In socio-culturele organisaties wordt de top 10 tendens, al dan niet onder overheidsdruk, ingekleurd op basis van het aantal 'cliënten' of gerealiseerde projecten.

Opsommingen van feitelijkheden zijn handig: informatie wordt kernachtig samengebald tot een rapport die placht 'iets' te zeggen over de werkelijkheid.

Klassieke vragen:

- zegt kwantiteit iets over kwaliteit?
- hoe kwam de informatie tot stand?
- wie beslist welke informatie al dan niet belangrijk is?
- en vooral wie heeft er (persoonlijk) belang bij de finale interpretering van de informatie en een benoeming over wat nu eigenlijk de 'realiteit' is?

'Geschiedschrijving' is nooit een neutraal gegeven.

Het filteren van informatie op weg naar de top van een bombastische hiërarchie is per definitie het al dan niet moedwillig stelselmatig vernauwen van de 'werkelijkheid' gezien feiten steeds samenhangen met context. Wat als de ongefilterde informatie de lijstjesopstellers niet zint omdat het niet beantwoord aan een vooropgestelde 'realiteit'? Veelal komen er dan huurling 'experts' in dienst van dezelfde lijstjesopstellers aan te pas die op basis van 'rapporten' en een momentopname adviezen geven.

Zo'n rapport bleek dan in mijn geval bvb. niet te vallen onder het 'vrije onderzoek' die nochtans door mijn ex-werkgever zo hoog in het vaandel wordt gedragen: als subject van een verslag (nota bene mijn eigen verklaring) kreeg ik geen inzage in het verslag zelf, zelfs niet na een uitdrukkelijk verzoek via een vakbondsafgevaardigde. Nogal vreemd gezien ik meende dat in een rechtstaat zelfs de grootste crimineel recht heeft op inzage in het dossier, zeker wanneer het zijn eigen verklaring betreft.

'Vrij onderzoek', één van de pijlers van het gedachtegoed binnen het U.V.V. blijkt dus een relatief begrip te zijn naargelang de positie op de hiërarchische ladder, de 'gevoeligheid' van bepaalde informatie en vooral -het klassieke fenomeen- het belang van de 'geschiedschrijver'.

De manier waarop interpretering van feiten tot stand komt wordt minder bevraagd; de objecten -want zo voelde ik mijzelf behandeld destijds als ex-werknemer- of subjecten die worden ingelijfd in een bepaalde uitspraak dienen dit voor lief te nemen. Allerlei geleerde heren en dames hebben nu éénmaal beslist wat de parameters zijn om 'realiteit' te definiëren en zij zullen zelf rechter en jury zijn: een 'hogere' vaak ongenaakbare autoriteit die veraf staat van de 'gelijkwaardigheid' waar humanisten het dan vaak nogal sloganesk over hebben.

Als we het dan toch over top 10 lijstjes hebben:

Qua slechtste werkervaring ooit in de sociale sector staat de Unie Vrijzinnige Verenigingen bij mij met stip op nummer 1. Een nauwdenkend mens mag dan misschien een allusie naar 'verloning', extra legale voordelen of materiële werkomstandigheden verwachten, maar in mijn geval als ex-werknemer gaat het over over de schrijnende kloof die ik ervaarde tussen de 'mission statement' van het U.V.V. en de realisering ervan binnen eigen geledingen.

Wie zichzelf vrijzinnig acht wordt verondersteld een kritisch nadenkend mens te zijn die per definitie de 'realiteit' in vraag stelt via 'vrij onderzoek'. Of zoals de webmaster van het U.V.V. het zo mooi verwoord: 'Vrijzinnigen zijn bereid hun overtuigingen, mening en visie op de mens en wereld te toetsen aan de realiteit. Open discussie wordt niet uit de weg gegaan, persoonlijke overtuigingen en opvattingen kunnen worden herzien en ‘zekerheden’ kunnen opnieuw in vraag worden gesteld.' Met dit als doel heeft het U.V.V. destijds ook een 'geschillencommissie' opgericht voor het geval eerder verkregen 'zekerheden' in vraag worden gesteld bvb. analyses en bevindingen over geschillen tussen personeelsleden onderling en / of de hiërarchie. Ondanks de relatief hoge selectievoorwaarden aan het personeel van het U.V.V. blijkt tijdens de tewerkstelling nogal vaak een en ander mis te lopen: wanneer een sociale organisatie in de afgelopen jaren zo'n 10 % van het personeelsbestand ontslaat -terwijl er vanuit financieel oogpunt hier geen enkele noodzaak toe bestaat- kan men zich beginnen afvragen indien er geen structurele oorzaken aan de hoge personeelsuitval ten grondslag liggen?

Laat nu net 'of-all-organisations' het U.V.V. in het laatste bedje chronisch ziek zijn.

Het is eigen aan groeiende organisaties om een hiërarchie te ontwikkelen. Analoog met de katholieke kerk heeft het U.V.V. zijn paus (voorzitter Michel Magits) en kardinalen (het Dagelijks Bestuur). De leden van het Dagelijks Bestuur zijn dan weer vertegenwoordigers van lidorganisaties uit de vrijzinnige gemeenschap, zo'n beetje zoals een aartsbisschop deel uitmaakt van één of ander concilie die de nieuwe paus (in dit geval de voorzitter) met witte rook aankondigt. Diverse van die leden zitten dan ook nog eens in weinig transparante groeperingen met elitaire en sekte-achtige allures zoals 'De Loge': de club van de would-be verlichte broeders die hostie en geloofsbelijdenis inwisselden voor passer, winkelhaak en hand- en spandiensten binnen en buiten de tempel.

Wanneer we het over een organisatie hebben, dan hebben we het over de noodzaak aan middelen om een infrastructuur en activiteiten uit te bouwen en vooral discussies over hoe een schaars goed -het toegekende gemeenschapsgeld- aan te wenden. In het U.V.V. , een koepelorganisatie doel ik op de twisten over de verdeling van middelen tussen de Centra Morele Dienstverlening (de zelf opgerichte paradepaardjes van het U.V.V.) en de externe lidorganisaties (verenigingen die onder het vrijzinnige vaandel een erkende organisatie opzetten).

De Centra Morele Dienstverlening die instaan voor 'morele consultaties' (een 'geladen' woord voor een verkapte en gratis vorm van vrijzinnige gesprekstherapie), 'vrijzinnige plechtigheden' (de vrijzinnige tegenhanger van klassieke geloofsrituelen) en allerlei socio-culturele activiteiten zitten dicht bij de geldkraan en kunnen traditioneel rekenen op de doorstroming van véél middelen. Probleem: waar begint en eindigt het werkveld van de C.M.D.'s en de externe organisaties; wie krijgt er welke middelen om wat te doen en is dit in verhouding met het succesvol bijeenvissen van vrijzinnige zieltjes in de vaak nogal krappe vijver?

In stadsbesturen kent men op het einde van het jaar het fenomeen waarin ambtenaren mondeling worden verzocht om de resterende activa op de balansen op te maken, kwestie van aan te tonen dat al de beschikbare middelen tot de laatste euro besteed zijn en dat ze het vooral héél druk hebben gehad. Jaarverslagen, gereviseerd door een diensthoofd kunnen dan weer positief aangewend worden over hoe goed werk we toch met zijn allen hebben geleverd om vooral de nood en de verantwoording voor nog meer Centra Morele Dienstverlening in de verf te zetten. Een beetje zoals een zelfverheerlijkende Amerikaan die verklaart dat er in elk mens een verscholen Amerikaan zit. Of zoals Mc Donald's die vooral nog meer hamburgers wil verkopen en in de aangezwengelde verkoop zijn bestaansreden vindt.

En oh ja, er zijn ook veel tijdschriften, folders en infoblaadjes nodig die op een incestueuze manier heen en weer worden gestuurd tussen de verschillende organisaties van de eigen kudde.

Vooral boekhouders hebben de handen vol met al die (betaalde) advertenties binnen eigen kringen.

Een vrijzinnig mens kan toch niet nalaten bij de doelstellingen van de organisatie waarmee hij zich veréénzelvigd af en toe een 'reality check' in eigen rangen door te voeren. In mijn geval ervaarde ik tijdens mijn tewerkstelling in het U.V.V. nogal véél 'manoeuvres' die net probeerden de 'realiteit' te verdoezelen, ontkennen of verheerlijken.

Het personeelsbestand van het U.V.V. kun je, net zoals in elke organisatie opdelen in enerzijds een overgrote meerderheid fatalistische makke kudde schapen die opportunistisch met de loonstrook en de hypotheek in gedachten, er het zwijgen toe doen - een quasi gecreëerde monddoodheid gezien op die manier ook géén enkele uitspraak tegen de boodschapper kan gebruikt worden - en enkelingen die in een vlaag van vrijzinnige zinsverbijstering de stem laten horen en zich hierbij uiterst kwetsbaar opstellen.

Voor klokkenluiders bestaat er geen organisatie, laat zoveel u duidelijk zijn.

Wanneer je het bvb. over hiërarchie hebt, dan heb je het over verantwoordelijkheid dragen en ook de loyaliteit van een vrijzinnige onderdaan aan zijn gedachtegoed om in vraag te stellen hoe iemand een bepaalde positie verwerft binnen een organisatie? Uiteraard zijn er allerlei door eigen rangen georganiseerde en bekrachtigde vormelijkheden maar is het bvb. ook mogelijk dat iemand diensthoofd wordt omdat hij de zoon is van één of andere hoge pief in vrijzinnige middens (wat wellicht toebehoord tot de wetenschap en de 'realiteit' van de erfelijkheid) of deel uitmaakt van een gesloten en niet democratisch bestek zoals De Loge? Is het mogelijk dat sommigen privéleges krijgen op basis van bloedafstamming?

Zoveel vragen, die tijdens mijn tewerkstelling een wat mij betreft onaanvaardbaar antwoord opleverden.

Of men kan bvb. ook in vraag stellen hoe het kan dat er aan het personeel relatief hoge vereisten worden opgelegd voor indiensttreding (een resem schriftelijke - en mondelinge examens en een diplomavereiste van minimaal hoger onderwijs voor moreel consulenten) terwijl voor de Secretaris-Generaal, een topfunctie een diploma van middelbaar onderwijs voldoet? Niet dat ik geloof dat éénder welke opleiding of diploma véél zegt over een persoon dan louter het feit dat iemand opgelegde kennis kon reproduceren en vooral de docenten niet tegen het hoofd stootte tijdens de gangbare indoctrinatie in de interpretering van kennis. Maar goed, redelijk kun je ervan uitgaan dat opgelegde vereisten voor de loopgrachten ook opgaan voor de bevelhebbers: ' 't is 't één of 't ander' en ieder wordt toch verondersteld gelijk te zijn voor de wet, of heeft het dan toch met hiërarchie te maken?

Moeten uitspraken van hiërarchische oversten voor de ultieme 'realiteit' doorgaan of is dit slechts een andere vorm van dogmatisch opgelegde interpretaties van 'realiteit'? Iets waar het U.V.V. graag de klassieke godsdiensten van beschuldigd.

Men kan zich afvragen indien er een 'geschillencommissie' wordt opgericht, indien niet elk personeelslid, zoals ik destijds, het recht heeft om zijn kandidatuur te stellen en toe te lichten middels een open brief. Meer nog, deelname aan zo'n geschillencommissie is voor een vrijzinnig persoon bijna een plicht verschuldigd aan zijn gedachtegoed: vooral wanneer er 'opbouwende twijfel' is over hoe een bepaalde 'realiteit' tot stand kwam om alsnog tot een 'open discussie' te komen.

Men kan ook de structuur van een geschillencommissie in vraag stellen: is er gelijkwaardigheid wanneer de oprichters (de werkgever) net iets meer inspraak hebben in het finale verdict? Komt men dan niet tot het klassieke geval van regimes waarin rechter en jury één zijn? Wat met de vooropgestelde 'open discussie'? Indien een open dialoog wordt vooropgesteld, waarom zou er dan noodzaak zijn aan een geschillencommissie waarin de ene partij het net iets meer voor het zeggen heeft dan de andere partij?

Een vrijzinnig persoon heeft volgens mij als taak elke 'hogere' authoriteit te verwerpen, al is dit nu een bovennatuurlijke entiteit, een paus of een voorzitter en op basis van rede te beslissen indien de gevestigde autoriteit deze naam waardig is. Volstaat het bvb. dat iemand jurist en zich vrijzinnig noemt, of komen er bij zo'n functie ook heel wat sociale vaardigheden en inlevingsvermogen kijken?


Als voormalig werknemer van het U.V.V. kon ik de laatste eigenschappen bvb. niet ontdekken bij de huidige voorzitter Michel Magits. En de Michel zal het mij als vrijzinnige wellicht ook niet kwalijk nemen dat ik deze 'opbouwende twijfel' uitdruk. Er bestaat naast allerlei vrijzinnige 'do's' and 'dont's' voor werknemers ook nog zoiets als het recht op vrije meningsuiting (of niet?).

Noch kan het mij als ex-werknemer kwalijk worden genomen dat ik het als mijn taak zag om de 'realiteit' te onderzoeken, en wanneer ik tot de conclusie kwam dat er nogal wat goochelwerk aan te pas kwam om illusies in stand te houden, hier het Dagelijks Bestuur rechtstreeks van inlichtte. Het nadeel aan hiërarchische organisaties is immers dat het voor werknemers aan de bodem van de ladder vaak nogal onduidelijk is welke informatie al dan niet in het top 10 lijstje terecht komt.

Gezien we het hier toch hebben over een organisatie die 'open discussie' en 'vrij onderzoek' promoot, kan het een werknemer niet kwalijk worden genomen indien hij deze zaken in de praktijk brengt binnen de eigen organisatie. Meer nog, wanneer een organisatie er niet in slaagt om zijn missie binnen eigen rangen te verwerkelijken stelt er zich de vraag over de geloofwaardigheid wanneer het buiten de eigen deur begint te vegen.

Of is 'realiteit' dan toch wat dogmatisch voorgescheven wordt door een hogere autoriteit, Michel?

Of behoort het psychisch intimideren van personeelsleden wanneer ze niet in de pas lopen van de vooropgezette 'realiteit' ook tot technieken van het vrijzinnige discours?

Kan een werknemer van het U.V.V. uberhaüpt de 'open discussie' in de praktijk brengen, zolang hij of zij tegelijk de loonstrook verhoopt op het einde van de maand?

Kortom, een negatieve werkervaring en een depressie later, kan ik het iedere liefhebber van het vrijzinnige gedachtegoed aanraden om vooral de 'realiteit' van het werken als moreel consulent binnen het U.V.V. in vraag te stellen.


U zou bvb. ook wijselijk na contacten met ex-werknemers kunnen beslissen voor een minder totalitair regime te kiezen waar top 10 lijstjes onderhevig zijn aan inhoud.