woensdag, januari 02, 2008

Die nieuwjaarsnacht, 4 a.m.

“If you know the enemy and know yourself,
you need not fear the results of a hundred battles.”
Sun Tzu - 'The Art of War'

Zijn ogen werden glazig, nog slechts een staar in de eeuwigheid.
Hij zei mompelend: ‘ALL IN’ en schoof zijn stapel chips naar het midden van de pokertafel.

ALLES.

Hij rook naar een gewond dier dat nog een laatste maal aan zijn belager zijn tanden laat zien.
Smachtend naar een laatste eer die langzaam vervliegt.

Ik keek hem penetrant in de ogen.
Dwars doorheen de spleten van de rolluiken die hij nog probeerde op te halen.

Zijn angstzweet nu niet langer verdoezeld onder zijn alcoholwalm.

In het dagelijkse leven ben ik eerder vaker dan niet,
een gevoelig en mededogend mens.

Zorgend van nature,
bereid een poging te ondernemen om mijzelf in het perspectief van de andere te plaatsen.

Tijdens een pokerconfrontatie,
kwamen die eigenschappen wonderwel van pas.

Maar hier hoefde ik louter nog voor mijzelf te zorgen,
anders dan dat, en hier was je sprot voor de haai.

Ik bleef hem strak aankijken:
zijn blik verkrampte als een steiger met metaalmoeheid.

Zijn ‘ALL IN' was een bluf.

Ik schoof mijn ganse batterij chips naar het midden.
En in tegenstelling tot hem zei ik het rustig maar duidelijk gearticuleerd, terwijl ik géén nanoseconde mijn blik van hem afhield:

“I… AM… ALL… IN”

Zijn postuur verkrampte, ontmaskerd.
Ik draaide twee heren om, hij had niets.

Dicht nabij het ochtendgloren,
had hij de grootste vergissing gemaakt:

onderschat nooit je tegenstander.

De dealer rakelde zijn volledige lading chips mijn richting uit.

Een gapend gat op de plaats van de torens, waar hij een half uur eerder nog met veel poeha achter plaatsnam.

Hij veerde recht,
in ongeloof dat zijn brutaliteit en vuilbekkende bezweringen mij niet konden intimideren.

Ik bleef hem aankijken,
sinds langs gezworen de mensen recht in de ogen te kijken,
tot in de diepste kraters van hun bezieling.

Twee beveiligingsagenten die de situatie nauwlettend opvolgden,
sleurden hem weg in een klemgreep voor hij kon uithalen.

Ik bleef hem aankijken, als David naar Goliath.