donderdag, mei 31, 2007

Voor P.

"Some people never go crazy.
What truly horrible lives they must lead."
- Charles Bukowski

"Leeft gij nog? Lang geleden dat we nog iets nieuws konden lezen." - P.

Als ik een tijdje niets post op dit blog,
krijg ik wel eens reactie van een lezer.

Elke post op dit log is dan ook als een fles in cyberspace.

Uitgaande van de opfleurende ondertoon van dit weblog,
contacteren regelmatige lezers mij wel eens:

a) om te checken als ik nog leef
b) of ik niet in een staat van catatonie verkeer
c) of euforisch te pletter ben gereden in een Porsche 911 op de Nurembergring
d) of in een marathonsessie poker ben verzeild geraakt

Maar weest gerust:

Ik destructueer elke dag maar een beetje, ik blijf verbeten roken,
ik krijg geregeld mijn dosis catatonie, ik zet de tv open
en ik neem elke dag één vitaminepil, want appels daar wen ik maar niet aan.

Ik word de perfecte consumer:
in vlagen van onrust koop ik nog iets.
En de rest spaar ik, voor later.
Voor de grote pensioenuitkering.

Soms ga ik naar de cinema, tegenwoordig steek ik meer een DVD in de lade.
Blader wat in een boek, op zoek naar iets wat het allemaal uitdrukt.

Maar fuck, mijn leven lijkt nog altijd niet op Walt Disney,
de prinses blijft mijlenver uit zicht,
graag had ik haar gebondeerd,
al schrok ze daar wel wat van,
van mijn authenticiteit die ze zo graag wou kennen,
en dan ja, zijn er de herinneringen ...

zoals aan P.

Hoe zou hem vergaan zijn?
Leidde hij nu een bevredigend leven?
Kon hij op een boezem zonder een knipperend oog het hoofd ten ruste leggen,
vond hij troost ad infinitum?

Was het bekken al verbreed?
De cellulitis zichtbaar?
De rimpels ingekerfd?

Was hij gelukkig nu?
Of soms een beetje.

Daar zochten we rusteloos naar,
dat moet u weten.
Dat was de gemene deler,
doorheen de tumult.

Ach P., soms mis ik je veel, soms ook een beetje niet.
Het hangt ervan af, wat ik mij wil herinneren.

Van jou, een beetje veel.