zondag, april 29, 2007

Deschooling society

Boek van de dag:
'Ritualization of progress' - Ivan Illich (uit 'Deschooling Society')

"Once the self-taught man or woman has been discredited, all nonprofessional activity is rendered suspect. In school we are taught that valuable learning is the result of attendance; that the value of learning increases with the amount of input; and, finally, that this value can be measured and documented by grades and certificates.
In fact, learning is the human activity which least needs manipulation by others. Most learning is not the result of instruction. It is rather the result of unhampered participation in a meaningful setting."

Bijtijds vraag ik mij af welke ervaringen in een levensloop, de menselijke persoonlijkheid vormen, als er al sprake is van zoiets als een te vatten 'persoonlijkheid'.

Tijdens de storm van het leven, de eerste mentoren, de indrukken, de toegevoegde kennis, de genetische determinatie, de cultuur, de al dan niet vrijwillige of bewuste keuzes, ontstond er een referentiekader:

- de stugge filter die de menselijke perceptie (wat wij al dan niet bewust waarnamen),
- de interpretatie (hoe de perceptie wordt getransformeerd tot 'dit' heb ik gezien en dat denk of voel ik erbij)
- en de gevoels- en denkwereld bepaalde (ik voel of denk zus en zo).

Schrijvers onderzoeken de realiteit aan de hand van andere parameters dan wetenschappers.

Terwijl sociale wetenschappers, alle elementen die niet 'objectiveerbaar' zijn, buiten beschouwing laten om tot uitspraken te komen, die vaak, hoewel anders voorgesteld, slechts geldig waren binnen de restricties van het gesimplifieerde onderzoek, ploegden schrijvers stug voort via zelfonderzoek en communicatie in een vermetele poging 'de realiteit' te vatten in de letteren.

'Waarheid' wordt wat door de meerderheid als waarheid wordt aangenomen.

Zelfs de 'exacte' wetenschappen zijn al even tijd- en cultuurgebonden als de rots die tot zand wordt vermalen. Ze waren een zeer betrouwbare bron maar niettemin onvolledig. Het was onmogelijk om het geheel volledig te overzien en tot uitspraken te komen die volstrekt en tijdloos universeel geldig zouden zijn, als een richtsnoer.

Ons verlangen ernaar, zou even groot blijven, als de onmogelijkheid ertoe.

Misschien was het daarom dat sommige individuen zo'n fascinatie teweeg konden brengen:
de illusie dat zij kennis hadden van het tijdloze en hieruit volgde wat wij moesten doen.

Het is de rol die mythes, goddelijke figuren, priesters, sjamanen, sociale wetenschappers, psychiaters en schrijvers vervulden: als een al dan niet absolute landkaart voor de chaos fungeren.

Wanneer alles terug stil werd, na de indrukken van de dag, en alle stemmen tot stilte waren bedwongen, dacht ik na, over de dingen.

Ik handelde niet meer, ik overschouwde, reflecteerde met anderen of mijzelf, stelde terug alles in vraag.

En morgen was er terug een nieuwe dag, waarin ik handelde naar wat ik naar mijn beste maar beperkte inschattingsvermogen kon overzien.

Naar wat ik als mijn bescheiden en onvolmaakte vorm van waarheid beschouwde.