zaterdag, november 28, 2009

DJ John Solitude - (a)live, ergens in België

"Wheels are made for rollin', mules are made to pack.
I've never seen a sight that didn't look better looking back."
- Lee Marvin


- “Nee, ik zie het gdvd niet meer zitten al die herrie, die hele en halve junkies.”
- “Kom aan, for-the-good-old-times, and-all-that-crap.”
- “Cash is een betere motivatie, jullie verdienen er
ook aan niet waar...
aan die for-the-good-old-times?”

- “Hoeveel? Money talks.”
- “X cash. Eén uur maximum. Binnen én buiten.”
- “Anderhalf uur.”
- “Deal”

De avond zelf.

- “Miljaar, je ziet er verdomme afgeleefd uit, wat is er gdvd met jou gebeurd?”
- “Niks, laat het spektakel beginnen: de gladiatoren zijn binnen. Waar is de discobar? Ik zie hier
geen zak voor ogen: fikken jullie hier iets misschien?”

- “Fuck man, je kent dat: geen deftige verluchting en den elektriek is bijna niet te betalen.
’t is een dampkot daarbinnen. The air is so thick, you don’t even have to smoke.”


Ik haalde diep adem en trok de gaskamer binnen. Mijn loyale lichtman trekt een knipoog en brabbelt iets wat verloren gaat in het gebral van de bas. Ik stond versteld dat mensen hiervoor zelfs betaalden.

- “ZORG JIJ VOOR DE VERDOVING OF IK?”, schreeuw ik.

Alcohol was de ideale verdoving voor dit soort evenementen. Onze tactiek kwam er op neer zo snel mogelijk twee glazen achterover te kappen voor het beheerde tranquillizer effect.
Méér zou niet professioneel zijn, minder ondraaglijk.


De organisator was er zeker van dat ik nuchter opdaagde, mij van mijn job kweet en de zaal in beweging zette. Hoe meer omzet (lees: hoe meer er gezopen werd); hoe meer cash.

- “Wat denk je over de top in Kopenhagen?”
- “Dat draait op niets uit. Kijk naar de zwik milieumaatregelen van de laatste jaren.
Als puntje-bij-paaltje komt was een economische crisis nog het efficiëntste om de uitstoot tegen
te gaan. De Belgen vervuilen nu zelfs nog méér dan enkele jaren geleden maar we blijven wel
onder het Europese gemiddelde, joepie.”

- “ Hahaha. Yeah, yeah, we’re all fucked, we kunnen maar beter een feestje bouwen voor het hier
onderspoeld.”

Voilà: in één zin de motivatie van de nieuwe hedonistische en fatalistische generatie, oog-in-oog met het onafwendbare.

Mijn loyale lichtman zette de drank neer, plugde de jingle erin, spoot het publiek onder nog meer rook, zodat wij, noch zij elkaar hoefden aan te zien en zette de versterker nog een tandje luider.

- “Aller rouler John, die super-attractie, die super-sensatie, volle bak en volle gaaz, GEVEN MAN!”
- “Ier-zie-doar-zie, pompen met die zooi en zet de bas nog wat lager.”

Ik had het al zo vaak gedaan in the-good-old-times, dat de opwinding van het gebeuren aan mij voorbij ging. Ik zette een herkenbare aandachtstrekker op, iets wat ze vaag herkenden in hun benevelde brein en smeet er met een vingervlugge veeg een monotone bas onder. De kudde zette ze in beweging als loeiende koeien en de stampede begon.

De eclectische tour de force sloeg weer aan: een jaren '70
riedel (Lee Marvin) samensmeltend met hedendaagse techno ('I walk' van Superpitch). De tekst was tongue-in-cheek maar wellicht was er slechts een enkeling die de boodschap vatte. Ik vond the-good-old-times al een even grote illusie als de bad-new-times. Menselijke tragedie was van alle tijden en je vond het overal: achter spik-en-span gordijnen, voor altaren van nieuw gehuwden, in de ogen van hun boorling en de stenen die hun samen hielden. En dat malende, dat malende.

De troost was, dat we één zouden worden met de Dino's van de Tyrannos-soort.

De massa danste,
ik deed mijn job,een ander de zijne,
en zo gingen we samen, hand-in-hand,
naar de filistijnen.

- "Rouler, John", zei de lichtman "en vulle bak ambiance".

Klik HIER om de live intro te horen.