donderdag, juni 25, 2009

Interview leerkracht levensbeschouwing

Deel 2 in onze interview reeks.

Het interview met een leerkracht levensbeschouwing of wat u nooit zult lezen in "Klasse."
Het concept: wij garanderen de geïnterviewde anonimiteit en vragen om ongezouten te antwoorden. In onze interviewreeks zullen noch politiek correct antwoorden, noch sociaal wenselijke respons ons deel zijn. Wij schrappen niets.


U geeft les levensbeschouwing aan 18-jarigen in het beroeps- en technisch onderwijs.
Hoe staat het met de morele vorming van onze jongeren?


Om eerlijk te zijn... slecht. Ik ondervind grote concurrentie van Ronald McDonald. Hun morele kennis is gebaseerd op reclame, MTV en onverschillige ouders. Wat ik uiteindelijk geef is fastfood wijsheid. Een soort scheurkalender weetjes.


Er is dus werk aan de winkel?

Voor iedere idiote uitspraak heb ik minstens 15 minuten nodig om het te weerleggen. Daar hebben ze geen geduld voor. En bijgevolg moet ik mij beperken tot slagzinnen. Bijvoorbeeld. “Homoseksualiteit is onnatuurlijk en dus verwerpelijk” Een leerling antwoordt dat liefde alles ok maakt. “Ah, ok”...zei ik bedachtzaam, . “Ik hou van mijn Deense dog en dus mag ik die kontneuken? Je antwoord is ondoordacht. Next!”

Ben je dan ontgoocheld in het onderwijs?


Neen. Ik heb een leuke aangename job. Ik vind waardevorming belangrijk. Alleen de leerlingen denken daar anders over. Ze uiten hun mening maar worden niet graag in vraag gesteld. Intussen ben ik gedegradeerd tot een cynische Socrates. Ik stel in vraag zonder teveel in te gaan op grote theoretische inzichten. Spijtig. Kijk, als je niet iedere werkdag wilt afsluiten met een Dafalgan, kun je je beter aanpassen aan het milieu waaraan je les geeft.


Het milieu?

Ja, voornamelijk de lagere sociale klasse genre baseball petje, gouden bracelets ter grootte van een fietsketting, de motorhelm om de arm, muziekoortje bungelend rond de oorschelp, tongpiercing... Algemeen Nederlands spreken ze niet. Ik ben meer bezig met opvoeding dan met kennisoverdracht. Toen ik bijvoorbeeld in het begin van het schooljaar een leerling aansprak met “meneer”... dan stootte hij zijn elleboog tegen de buur en zei alsof ik er niet was “hey, den dien zegt menere tegen mien”. De cynische Socrates antwoordde gevat “heb je misschien liever dat ik je met LUL aanspreek?”.


Wat probeer je hen bij te brengen?

Kritisch inzicht, openheid van geest, verwondering, medeleven, betrokkenheid, zelfrelativing, humor ... maar het is moeilijk. Onderwijs emancipeert, het zorgt voor sociale mobiliteit, althans dat beweren de pedagogen. De sociale situatie zou geen rol mogen spelen in het al of niet slagen in het leven. Al wat ik zie is het omgekeerde. Onderwijs reproduceert de sociale klasse. In het BSO zitten voornamelijk jongeren van de lagere sociale klasse. Opvoeding van thuis uit drukt een zware stempel op de schoolcarrière. Ze beschikken over weinig voorkennis, ze voelen niet de behoefte om hun onwetendheid aan te vullen en ze zijn volstrekt onverschillig. Kenny en Kelly gaan een gefrustreerd leven tegemoet.


Ze hebben toch een mening, zo moeilijk is dat niet?

Dat is ook een dooddoener. Ieder jaar hetzelfde. “Menere, mien mening is toch evenveel waard als joen mening? Hoe goa je gie daar punten opgeven?" Het is een uiting van luiheid. Ze willen niets leren. Ze zien het verband niet tussen feiten en waarden. Een feit is bijvoorbeeld dat roken kanker veroorzaakt en dat is een goede reden om het gebod te aanvaarden om niet te roken, indien je de waarde gezondheid hoger inschat dan de waarde genot. Ze mogen waarderen wat ze willen, maar graag met feitelijke argumenten en de juiste inschattingen over de mogelijke gevolgen.



Zijn ze dan zo afkerig van wetenschappelijke kennis?


Toch wel, theorie ligt moeilijk. Toen ik sprak over de evolutietheorie kreeg ik een opmerking van een Protestantse Afrikaan. Hij was niet akkoord met één van de bewijzen. “Ten eerste” riep hij kwaad met zijn duim omhoog “Hoe weten die zogenaamde wetenschappers dat die apin Lucy heette? Ten tweede, ei je gie nog niet stilgestaan dat die apin misschien een schop onder haar reet heeft gekregen waardoor ze is rechtgeschoten? En nu zit iedereen hier te zeveren dat wij van apen afstammen. Weet je wat menere? Ik ga vanavond bidden voor je ziel, want gij ga rotten in de hel, ik zweer je het”


Kiezen leerlingen hun levensbeschouwing uit overtuiging?

Jongeren kiezen niet uit overtuiging. Ze kiezen hun levensbeschouwing uit opportunisme. Omdat hun vrienden daar zitten, omdat je meer films toont, of omdat je een minder moeilijk examen geeft.


De cynische Socrates...
Zonder humor kun je niet overleven. Een BSO student is impulsief. “ 'k Moen pissen, menere” Het floept er zo uit. Ik antwoord dan “...en ik moet kakken”. Nadat de klas is uit gelachen breng ik wat etiquette regels bij. “Meneer, mag ik naar het toilet?” Dat is een betere vraag, wat je dan doet in het toilet behoort tot de privé sfeer. Ik wil niet horen dat je je gaat afrukken, of je diarree hebt of dat je een tap moet insteken. Het verschil tussen een hond die staat te neuken op het trottoir en de mens is het gevoel van schaamte. Ik veronderstel dat we allemaal tot de orde van de homo sapiens horen, dwz de denkende mens. Gebruik je verstand en leer! Civiliseer je zelf! ” Kijk, ofwel maak je jezelf onsterfelijk belachelijk met het moraliserend vingertje, ofwel hanteer je het snijdend mes van het cynisme. Bijtende humor blijft hangen. In zeker zin ben ik een “entertainer”, een soort Krusty the clown van The Simpsons. Een clown die zijn rol speelt zonder er nog echt in te geloven.


Zijn er ook goede momenten?

Ja. Ik verheugde me op een les omtrent seksuele voorlichting. Dat is een thema die altijd aanslaat. Ik schreef het lesonderwerp op het bord en een veertienjarig meisje slaakte een zucht van verveling. “Jezus, seks, seks en nog eens seks. Dat interesseert me geen fuck” Ik vroeg om een verduidelijking. “Tja”, zei de geblondeerde met stretch jeans, “seks is gewoon boring, toch met mijn drieëntwintigjarige vriend die als trucker werkt.” “Denk je dan dat je niets meer zult bijleren?”, vroeg ik haar. “Nope, iedere keer dat ik seks doe heb ik pijn aan mien nol. Dus ja, seks... laat maar zitten, hoe rapper dat het voorbij is hoe beter.” Kijk, dat was dan een leuk moment voor mij, ik voelde dat ik haar iets kon bijbrengen.


Wat doet dat met een mens om dag in dag uit met dit soort toestanden geconfronteerd te worden?

Om eerlijk te zijn... ik ben van een linkse rakker geëvolueerd naar een conservatieve zak. Soms begin ik te denken of het niet beter zou geweest zijn mocht de Kerk nog geloofwaardig zijn. Ik meen het. Denk je nu werkelijk dat iemand die onbelezen is uit zichzelf kan bepalen wat kan en niet kan? Tegenwoordig hoef je over geen enkele morele kennis meer te beschikken. Een doorsnee burger heeft nog één vuistregel waarmee hij kan bepalen wat kan en niet kan. Jongeren stappen 's morgens vroeg met hun MP3-speler loeihard op de trein. Durf eens te vragen om het stiller te zetten. Wat krijg je als antwoord? “Heb jij er last van?” Neen, mijn trommelvliezen zijn nog niet gescheurd. Fysieke of materiële schade is een morele afweging waard. Morele verontwaardiging telt niet mee, want dan ben je bekrompen. Ik moet tolerant zijn voor andersdenkenden. Je moet een open geest hebben. Tja, je kunt zodanig een open geest hebben dat je brein uit je kop valt.


Mensen zijn toch vrij om hun leven in te richten naar hun eigen inzichten?

Vrijheid kan onder bepaalde voorwaarden. Als je de vrijheid wilt hebben om met een auto te rijden dan moet je een rijbewijs behalen maar als je als tiener een kind op de wereld wilt zetten dan mag dat geen probleem zijn. En wie zal dan de kosten betalen? De belastingbetaler. Waar is de tijd van onze grootvaders, toen je nog een fiets ongesloten tegen de muur kon zetten?


Ben je een goede leerkracht?

Ik denk het wel. Al ben ik wat cynischer geworden en conservatiever ... ik hou van het lesgeven. Vorige week vrijdag nam ik mijn laatste examen af. Een leerling gooit zijn blad op mijn bureau met een zucht. “Hopelijk ben je er content mee” zei hij. Toen hij bij de deur kwam, als laatste leerling van de klas, de laatste leerling vooraleer de grote vakantie zou inzetten, draaide hij zich om, en zei “Menere je zie bere... ik hoop dat ik je volgend jaar terug heb.” Hij kwakte de deur dicht. Ik zat alleen in de stilte. Op de achtergrond hoorde ik gelach van leerlingen op weg naar de vakantie. Ik keek naar de bomen, de blauwe lucht... ik voelde een lichte mengvorm van tristesse en ontroering, ik wist niet waarom.