I was moving through the silence without motion waiting for you.
In a room without a window in the corner, I found truth.
“Shadowplay” – Joy Division
In a room without a window in the corner, I found truth.
“Shadowplay” – Joy Division
Het was ong. 3 km. tot het station en nog exact 14 min. voor De Lijn-bus kwam.
Maar mijn vader wenkte al een taxi.
Het was heerlijk decadent (hoewel hij dit bewustzijn wellicht niet deelde)
en I-loved-every-minute-of-it.
We aten in een overprijsd restaurant,
een "entrée" slaatje met ganzelever en eendeborst,
met als "grand pièce" een Kobe steak met een Perigeux-sausje en handgesneden frieten.
We goten het door met een fles rode wijn
en hij gooide met dédain 5 € fooi neer voor de kelner.
Maar onder die bon-vivant façade voelde mijn vader hoe de dood onafwendbaar op hem insluipte als een roofdier. Op een korte afstand gehouden met massa's farmaceutica,
tot alles wat hij was zou vergaan tot chemisch as.
Ik dacht nog maar eens aan het nummer
“Is that’s all there is” van Peggy Lee:
“If that's all there is my friends,
en hij gooide met dédain 5 € fooi neer voor de kelner.
Maar onder die bon-vivant façade voelde mijn vader hoe de dood onafwendbaar op hem insluipte als een roofdier. Op een korte afstand gehouden met massa's farmaceutica,
tot alles wat hij was zou vergaan tot chemisch as.
Ik dacht nog maar eens aan het nummer
“Is that’s all there is” van Peggy Lee:
“If that's all there is my friends,
then let's keep dancing.
Let's break out the booze and have a ball
If that's all there is.”
We zoefden met een tollend hoofd in een taxi naar het station.
Om één uur ’s nachts zou ik aantreden voor het afgeladen volle “Sioux” danscafé.
volgepakt met studenten bij wie het leven nog open lag, vol met beloftes en illusies.
“The Lone Ranger” met zijn d.j. John Solitude–act in het “Sioux”–danscafé;
als een Rubrick's kubus draaide het allemaal op zijn plaats:
Mijn vader en zijn chronisch slopende ziekte,
via de nooduitgang een volgepakte zaal met uitzinnige studenten betreden,
de waanzin van het ganse gebeuren, het vloeide allemaal naadloos in elkaar over.
De organisator stapte op mij af:
- “Ben je er klaar voor John? Ze zijn jong, ze zijn wild en ze willen wat.
Het is een pandemonium: ik wil dat je ze laat dansen en drinken.”
- “Hey, that’s what you pay me for right?
Dim de lichten, zet de rookmachine op, bring on the booze en start de jingle:”
“Ladies and gentlemen, and now performing for you on the main stage:
the man who may be known to you as the icebear.
Let no musical chain be unleashed. He transcends all musical genres.
Please welcome D.J. John Solitude.”
We zoefden met een tollend hoofd in een taxi naar het station.
Om één uur ’s nachts zou ik aantreden voor het afgeladen volle “Sioux” danscafé.
volgepakt met studenten bij wie het leven nog open lag, vol met beloftes en illusies.
“The Lone Ranger” met zijn d.j. John Solitude–act in het “Sioux”–danscafé;
als een Rubrick's kubus draaide het allemaal op zijn plaats:
Mijn vader en zijn chronisch slopende ziekte,
via de nooduitgang een volgepakte zaal met uitzinnige studenten betreden,
de waanzin van het ganse gebeuren, het vloeide allemaal naadloos in elkaar over.
De organisator stapte op mij af:
- “Ben je er klaar voor John? Ze zijn jong, ze zijn wild en ze willen wat.
Het is een pandemonium: ik wil dat je ze laat dansen en drinken.”
- “Hey, that’s what you pay me for right?
Dim de lichten, zet de rookmachine op, bring on the booze en start de jingle:”
“Ladies and gentlemen, and now performing for you on the main stage:
the man who may be known to you as the icebear.
Let no musical chain be unleashed. He transcends all musical genres.
Please welcome D.J. John Solitude.”
Ik stak een sigaret op, nipte het zout van een Margarita cocktail,
voelde het angstzweet in mijn nek rillen en was volstrekt klaar om ‘in het moment’ te komen.
Elke artistiek geïnspireerde mens kent het gevoel van ‘in het moment’ te zijn,
wanneer de sluier van het vergankelijke wordt ingewisseld voor het tijdloze.
Op automatische eclectische piloot mixte ik de coverversie van “Shadowplay”
(ja, dat vergeten nummer van Joy Division) samen met “Oshawa” van Jake Fairley.
(ja, dat vergeten nummer van Joy Division) samen met “Oshawa” van Jake Fairley.
Faux-le-faire: on-the-spot eighties cold wave mixen mét trance.
Aanzwellende rockgitaren, een intro die uitnodigde om te worden meegebrald,
de housebas met de juiste timing erin gooien. De genre-puristen shockeren, ik deed niet liever.
Mijn tip voor startende d.j.’s:
Zet nadrukkelijk de toon vanaf de 1ste seconde, je krijgt nooit een 2de kans om een 1ste indruk te maken. Maak de intro aanzwellend bombastisch, alsof er iets te gebeuren staat, sla dan als een moker op je publiek in met een extatisch pompende bas en eindig met nummers over hartepijn.
Want zo is het leven,
vol met extatische verwachting bij de start,
een inzettend déjà-vu gevoel naarmate het voort rammelde,
en dan het inzettende weeë gevoel dat er iets onvatbaar niet werd ingelost.
En op het einde werden we allen op onszelf teruggeworpen,
met een hamvraag als: was ik een goed mens?
En de stilte die daarop volgde.
(Live opname, intro: D.J. John Solitude at “The Sioux”, Gent).