woensdag, juli 16, 2008

VANISHING POINT

“Mijn verlangen naar troost is onverzadigbaar."
- Jeroen Brouwers



Interpretatie van "De Odysseus", volgens Wikipedia:

“De opeenvolging van vele avonturen in de Odyssee verwijst mogelijk naar een onderliggende gedachte en/of moraal.

Het hoofdmotief is allicht de zoektocht van Odysseus naar zichzelf en Penelope is daarbij de verpersoonlijking van zijn vroegere geluk en geborgenheid.

De expeditie naar Troje betekende voor Odysseus een weggroeien van zichzelf in overactiviteit en sociale verplichtingen, in een wereld van macht, geweld en eigenbelang.

Met de inname van Troje was het grote doel bereikt, maar precies daarom ontstond de crisis:
het terugvallen op zichzelf, en het ontdekken van leegte en afstand.

Tijdens de terugreis wordt Odysseus geleidelijk gezuiverd van alle uiterlijke,
vooral materiële bindingen (rijkdom, macht, vrienden ...).

Alle naar buiten gerichte gevoelens, zoals angst en verlangen, verdwijnen langzaam,
en maken plaats voor de rustige zekerheid van de thuiskomst in zichzelf ...”



De Odyssee is een hoopvol werk verdomme …
Penelope en Odysseus worden na 20 jaar scheiding verenigd.
De Odyssee van Homerus dateert dan ook van rond 800 v. Christus.

In de reële wereld, zou Odysseus wellicht onderweg bezwijken onder de verleiding van de sirenes

en Penelope zou (in tegenstelling tot in de Odysseus) in de handen van één van haar vrijers belanden.

Odysseus zou, na het verliezen van haar, die hij boven alles liefhad,
een verbitterd levenseinde tegemoet gaan.

Sommige ervaringen zijn zo levensingrijpend, dat ze fataal zijn.
Dat alles wat volgt niet meer is dan weemoed.
Weemoed is als een etterende wonde,
die zelfs bij heling tot een litteken,
ons pijnlijk herinnert,
dat onder het dagdagelijkse der dingen,
alles schreeuwt van gemis.

Sommigen wilden niet ten alle koste 'overleven',
ze wilden gewoon 'leven',
en als dat niet kon,
dan hoefde het niet.

Zie daar mijn herschrijving van de Odysseus van Homerus.

___

Toen ik aan fotograferen was, kwam een jonge vrouw naar mij toe en vroeg:
- "Waarom fotografeer je dat? Dat is toch niets bijzonders?"

En ik zei:
- "Maar juffrouw, ziet u het dan niet? Voelt u dan niet hoe bijzonder dit dan wel is?"

Maar de juffrouw zag en voelde het niet.
Of misschien wel... maar ergens was ze het vergeten,
of was het te pijnlijk, je nog zo te voelen:
als een herinnering.


En later op die avond, tijdens het "Twilight Hour"
(waarop de lichtinval bijna horizontaal dit stuk van de aardkloot raakt),
maakte ik onderstaande foto en dacht:

"Wellicht ziet en voelt de juffrouw dit ook niet."


En toen de zon onderging "raakte" het onderstaande mij,
zelfs
op zo'n intense en fatale manier,
als
waarop de juffrouw,
het zich misschien,
zelfs nooit kan voorstellen.

Maar er zijn mensen die het wel zagen en voelen zoals bvb. Mickey Remann,
artistiek directeur van de drie Liquidsound complexen in Duitsland.

"We are right now building a Spa near Dresden which will have a water-fog screen for special projections. I think you will love to see your art being shown there."

(Ik trad in 2004 al op in het Liquidsound te Berlijn).

___

Bijtijds stellen vrienden en wie-mij-enigszins pretendeert te kennen de vraag:
“John, heb je nog een filmtip?”

U moet nl. weten dat ik niet met zoveel zaken begenadigd ben maar ik beschik wél over:

a) een niet-discriminerende omnivoren culturele bagage, decennialang gesprokkeld uit cultuurconsumptie maar ook actieve beoefening van de beeldende, literaire en muzikale communicatievormen -ik raad aan wie zich de moeite kan getroosten het briljante
“La Distinction” van de socioloog Pierre Bourdieu te lezen

b) én er een wél gediversifieerde kennissen- en vriendenkring op nahoud; geplukt en wél geconserveerd uit alle sociale klasses: twee postbodes, één verkoper, één statisticus, één leraar, twee maatschappelijk werkers, één beroepsgokker, twee drop-outs en één diplomaat,
die evengoed die interesse in de meest diverse vormen van cultuur delen


De hamvraag van deze avond is:
wat maakt kunst tot kunst?

Willem Cloos gaf hierop van allen die naar een definitie zochten,
volgens mij het puurste antwoord:

“Kunst is de allerindividueelste expressie,
van de allerindividueelste EMOTIE.”


Finaal kan enkel de kunstenaar zelf beslissen wat de naam ‘kunst’ waardig is.
Het is nl. niet omdat de expressie van een emotie niet bij een groot publiek aanslaat,
dat het daarom géén kunst is. Het is ook niet omdat een bepaalde uiting wél bij het grote publiek aanslaat, dat het daarom géén kunst is. Het onderscheid tussen 'hogere' en 'lagere' vormen van kunst is louter academisch en cerebraal snobistisch.


En waarom lezers, waarom schreef Cloos 'EMOTIE'?
Ewel, omdat het nl. niet ratio is wat de mensensoort regeert:

HET IS EMOTIE.
Ratio is enkel het laagje glazuur eromheen.
De illusie van beschaving.

De biologische structuur en evolutie van onze hersenen (lees hiervoor bvb. "De Tranen Van De Krokodil" van Piet Vroon) dicteerde het: mocht het ratio zijn wat de mensensoort regeert,
tja… dan waren we bvb. niet op weg naar een totale natuurcatastrofe.

Geen fijnzinnige en intelligente diersoort zou zijn eigen habitat vernietigen.
Geen fijnzinnige en intelligente diersoort is in staat tot de gruwelijkheid én complete stompzinnigheid,
waartoe de mens in staat was en is.

Of misschien heeft onze zelfdestructie nét wel zin:
fijnzinnigere en intelligentere zoogdieren zouden onze plaats innemen,
in het continuerende verhaal van de evolutie.

Laat ons hopen dat zij gevuld zijn met mededogen,
laat ons hopen dat zij hoogsensitief en spiritueel holistisch zijn,
laat ons hopen dat ze beide hersenhelften ontwikkelen,
en laat ons vooral hopen,
dat zij volledig doordrenkt zijn,
met liefde.

___

Ik spaarde deze filmtip op,
de laatste in de reeks: “De Filmgoden”,
als kers op de slagroom:


“VANISHING POINT” van Richard C. Sarafian uit 1971


Man stapt alleen in een wagen,

rijdt aan een rotvaart de Noord-Amerikaanse woestijn in en besluit gaandeweg om voor niets of niemand meer te stoppen, ook niet voor zichzelf.
Hoewel de drijfveren van het hoofdpersonage voor sensitieve –lees gevoelige- kijkers duidelijk én aanvaardbaar zijn, is de finale escapade van het hoofdpersonage voor de gevestigde orde een raadsel en (dus ook) een bedreiging, waardoor (in de film althans) alles in het werk wordt gesteld om de odyssee van het hoofdpersonage af te remmen.

En natuurlijk zijn er achteraf allerlei kwatongen die verklaringen zoeken vanuit hun referentiekader: allerlei eufemistische variaties op die mens was gek tot die mens was zus en zo...

Uiteraard zijn dat soort verklaringen slechts zinnig,
om zij die ze maken tot enig zelfgenoegzaam levenscomfort te dienen.

Thomas Wolfe, omschreef het als volgt
(tevens de inleiding van ‘Taxi Driver’
– nog zo’n film die u absoluut moet zien):

“The whole convinction of my life,
now rests upon the belief that loneliness,
far from being a rare and curious phenomenon,
is the central and inevitable fact of human existence.”


Mijne trouwe lezers,
wie mij las,
bedankt,
wie mij niet las,
misschien nog beter.

John Solitude - 2008

zondag, juli 06, 2008

D.J. John Solitude live at "The Sioux"

I was moving through the silence without motion waiting for you.
In a room without a window in the corner, I found truth.


“Shadowplay” – Joy Division


Het was ong. 3 km. tot het station en nog exact 14 min. voor De Lijn-bus kwam.

Maar mijn vader wenkte al een taxi.

Het was heerlijk decadent (hoewel hij dit bewustzijn wellicht niet deelde)
en I-loved-every-minute-of-it.

We aten in een overprijsd restaurant,
een "entrée" slaatje met ganzelever en eendeborst,
met als "grand pièce" een Kobe steak met een Perigeux-sausje en handgesneden frieten.

We goten het door met een fles rode wijn
en hij gooide met dédain 5 € fooi neer voor de kelner.

Maar onder die bon-vivant façade voelde mijn vader hoe de dood onafwendbaar op hem insluipte als een roofdier. Op een korte afstand gehouden met massa's farmaceutica,
tot alles wat hij was zou vergaan tot chemisch as.

Ik dacht nog maar eens aan het nummer
“Is that’s all there is” van Peggy Lee:

“If that's all there is my friends,
then let's keep dancing.
Let's break out the booze and have a ball
If that's all there is.”

We zoefden met een tollend hoofd in een taxi naar het station.

Om één uur ’s nachts zou ik aantreden voor het afgeladen volle “Sioux” danscafé.
volgepakt met studenten bij wie het leven nog open lag, vol met beloftes en illusies.

“The Lone Ranger” met zijn d.j. John Solitude–act in het “Sioux”–danscafé;
als een Rubrick's kubus draaide het allemaal op zijn plaats:

Mijn vader en zijn chronisch slopende ziekte,
via de nooduitgang een volgepakte zaal met uitzinnige studenten betreden,
de waanzin van het ganse gebeuren, het vloeide allemaal naadloos in elkaar over.

De organisator stapte op mij af:

- “Ben je er klaar voor John? Ze zijn jong, ze zijn wild en ze willen wat.
Het is een pandemonium: ik wil dat je ze laat dansen en drinken.”

- “Hey, that’s what you pay me for right?
Dim de lichten, zet de rookmachine op, bring on the booze en start de jingle:”



“Ladies and gentlemen, and now performing for you on the main stage:
the man who may be known to you as the icebear.
Let no musical chain be unleashed. He transcends all musical genres.
Please welcome D.J. John Solitude.”


Ik stak een sigaret op, nipte het zout van een Margarita cocktail,
voelde het angstzweet in mijn nek rillen en was volstrekt klaar om ‘in het moment’ te komen.

Elke artistiek geïnspireerde mens kent het gevoel van ‘in het moment’ te zijn,
wanneer de sluier van het vergankelijke wordt ingewisseld voor het tijdloze.
Op automatische eclectische piloot mixte ik de coverversie van “Shadowplay”
(ja, dat vergeten nummer van Joy Division) samen met “Oshawa” van Jake Fairley.
Faux-le-faire: on-the-spot eighties cold wave mixen mét trance.

Aanzwellende rockgitaren, een intro die uitnodigde om te worden meegebrald,
de housebas met de juiste timing erin gooien. De genre-puristen shockeren, ik deed niet liever.

Mijn tip voor startende d.j.’s:

Zet nadrukkelijk de toon vanaf de 1ste seconde, je krijgt nooit een 2de kans om een 1ste indruk te maken. Maak de intro aanzwellend bombastisch, alsof er iets te gebeuren staat, sla dan als een moker op je publiek in met een extatisch pompende bas en eindig met nummers over hartepijn.

Want zo is het leven,
vol met extatische verwachting bij de start,
een inzettend déjà-vu gevoel naarmate het voort rammelde,
en dan het inzettende weeë gevoel dat er iets onvatbaar niet werd ingelost.

En op het einde werden we allen op onszelf teruggeworpen,
met een hamvraag als: was ik een goed mens?

En de stilte die daarop volgde.

(Live opname, intro: D.J. John Solitude at “The Sioux”, Gent).