- Cinnamon Stomberger
- 'En waar had mijnheer naartoe gewild?’, zei de juffrouw van het reisbureau op een
gearticuleerde, ingeoefende klantvriendelijke manier.
- 'Las Vegas. Ik wil vanuit Las Vegas, via Death Valley naar The Grand Canyon rijden aub.'
- ‘Mijnheer weet wat hij wil.’
- ‘Ja mevrouw. Ik weet het zeker.’
Wat getrommel op een toetsenbord om datum en tijd vast te leggen.
- ' En hebt u een accommodatievoorkeur,
mijnheer?'
- 'Ja, mevrouw. The Flamingo Hilton. Kamer met
zicht op de boulevard, alles erop en eraan.'
- 'Rokers? Niet rokers?'
- 'Rokers.'
- 'Nog een voorkeur?'
- 'Ja, een wijds raam van waaruit ik de
absurditeit van het bestaan kan overschouwen.'
- 'Pardon?'
- 'Een GROOT raam, mevrouw.'
De efficiënte flow der dingen werd even onderbroken,
om snel terug te keren naar 'business as usual'.
- 'Euh... ik noteer het erbij in de hotelreservatie. Had u nog iets gewenst?'
- 'No, that will be all. Bedankt.'
- 'Heenreis uit Zaventem op 22 juli met American Airlines, vluchtnummer AA89,
transfer in Chicago. Kamer in The Flamingo Hilton met zicht op de strip, wijd raam, rokers.
Huurwagen beschikbaar vanaf 24 juli voor vertrek richting Grand Canyon.'
- 'Ik had het niet beter kunnen samenvatten, mevrouw.'
Verdere plichtsplegingen werden afgerond.
Ik stapte uit het reisbureau met een ticket naar de meest contrastrijke plaats op aarde.
LAS VEGAS.
Waar in de Mojave-woestijn het klatergoud der mensen zich verspreidde als een uitdijende neon olievlek.
Waar de winners van de verliezers werden gescheiden door puur toeval.
Waar het casino op lange termijn altijd won.
Waar de dorre woestenij en de grote kloof
Las Vegas eraan herinnerde, dat er iets als tijdloosheid bestond.
Iets wat Vegas zou overleven,
lang nadat één of andere door de mens uitgelokte catastrofe het allemaal wegwiste.
Waar het stil was...
en volmaakt vredig.