and know we cannot live within.” - James Arthur Baldwin
die het moeilijkst is.
Het is die,
Het is die,
waarin je liever blijft geloven.
Het is die,
die je nog vult met verlangen.
Het is die,
die je ten volle kunt smaken.
Het is die,
waarvan je weet,
dat er na haar,
géén laatste,
meer is.
“Zij is, zoals die laatste sigaret.”,
zo zei ik,
geconfronteerd,
met de eeuwige waarom vraag.
"Ik geloof,
liever in haar,
dan in een ander,
omdat ik voor haar,
géén masker meer heb."
Misschien was het dat,
wat we bij elkaar vonden.
Want het grote JA,
is zelfs het enige voluit.
Het volmondige JA,
waarin je je gezicht toonde.
waarin je je gezicht toonde.
Het theaterspel voorbij,
de maskers af.
Misschien is het zelfs zo simpel als dat,
als twee mensen die graag met elkaar praten,
over wie ze zijn en wat ze verlangen,
en die daar soms wat ruzie over maken,
over wie ze zijn en wat ze verlangen,
en die daar soms wat ruzie over maken,
die koffie drinken en eten maken en kleren strijken,
en die tussendoor elkaar nog eens vastpakken,
en ook veel vrijen of toch minstens twee keer per dag.
“De onrust is nu weg", zo zei ik
"zo éénvoudig als thuiskomen,
en ook veel vrijen of toch minstens twee keer per dag.
“De onrust is nu weg", zo zei ik
"zo éénvoudig als thuiskomen,
zo volmaakt als naast haar wandelen,
omdat het precies op die plaats is,
dat je wilt zijn.
dat je wilt zijn.
Als aanvaarding,
dat je het nergens anders meer kunt zoeken,
Als weten, dat ergens anders,
vooral verlangen is naar haar.
Als waarvoor,
je een leven lang zou kiezen,
want alles is één."
want alles is één."
“Zo," zei ik, "zo voel ik mij bij haar".
En we waren het erover eens,
de laatste ridders van de ronde tafel,
En we waren het erover eens,
de laatste ridders van de ronde tafel,
er was nu geen ja-maar-en-meer,
ze waren onverdeeld en onversaagd,
face-à-face met de blik van Icarus:
Ze beaamden het:
"Ja, je houdt van haar."
Een volmondig JA.